Verbod op chador juridisch mogelijk
Het is juridisch mogelijk voor scholen een verbod op gezichtsbedekkende sluiers (chadors) in te stellen.
Dat heeft het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR) donderdag in een brief aan alle regionale opleidingscentra (roc’s) en de Tweede-Kamerfracties geschreven.
In het schrijven stelt het LBR dat aan een chadorverbod nogal wat juridische haken en ogen kleven, maar dat dit niet betekent dat scholen en bijvoorbeeld werkgevers het dragen van een chador zonder meer moeten toestaan. Een verbod is mogelijk wanneer een instelling op functionele gronden tot dat verbod besluit en het verbod goed gemotiveerd vastlegt, aldus het LBR.
Aanleiding voor de brief is de discussie over een mogelijk verbod van het dragen van een gezichtsbedekkende chador door het roc van Amsterdam. Dit onderzoekt momenteel of het mogelijk is dat verbod op te nemen in een gedragscode voor de school. Daarin zou ook moeten komen te staan dat de leerlingen Nederlands moeten spreken en docenten met u aanspreken.
Wil een onderwijsinstelling of werkgever een chadorverbod hanteren, dan is het noodzakelijk dat men een dergelijk verbod gemotiveerd vastlegt. Argumenten als: „We willen niet dat mensen op demonstratieve wijze hun geloofsopvatting uitdragen”, snijden geen hout, schrijft het LBR.
Een wel legitiem argument kan zijn dat docenten, ander personeel, medescholieren en -studenten moeten kunnen zien met wie zij te maken hebben. Niet alleen ter identificatie, want wellicht valt daar nog een mouw aan te passen. Maar omdat directe herkenning het pedagogisch, didactisch en sociaal klimaat ten goede komt.
Ook didactische overwegingen zijn, volgens het LBR, doorslaggevend. Voor docenten is het belangrijk gezichten te zien. Volgt de leerling het nog allemaal, komt de boodschap over? Dat zijn vragen waarbij voor de beantwoording non-verbale communicatie essentieel is en dit maakt het zien van gezichten noodzakelijk.
Dergelijke argumenten zijn niet op te voeren voor het dragen van een hoofddoekje dat het gezicht wel vrij laat. Om die reden kan deze religieuze dracht volgens het LBR niet verboden worden.