Debat over inbreker en hang-en-sluitwerk
Leidde menselijk falen tot de ergste crisis sinds de Grote Depressie, of moet het ideaal van de vrije markt op de schop? De Kamer buigt zich woensdag uitgebreid over deze fundamentele discussie.
In september op Prinsjesdag suste minister Bos van Financiën nog de angst voor een aanzwellende crisis. Nederland kon „tegen een stootje” en met de staatsfinanciën zat het ook wel snor: we stoomden af op de laagste staatsschuld sinds baron Cornelis Charles Six van Oterleek in 1814 de schatkist van het Rijk beheerde.Nauwelijks een maand later zat echter ook Nederland tot z’n nek in de misère. Om banken voor acuut tuimelen te behoeden moest bijna 100 miljard euro worden uitgetrokken. Niets geen laagterecord voor de staatsfinanciën; volgens Brussel heeft Nederland een „buitensporig begrotingstekort.” De kredietcrisis maakt mondiaal slachtoffers.
Dat een herhaling van de crisis met man en macht moet worden voorkomen, daarover is iedereen het wel eens. Over de vraag hoe dat dan zou moeten, debatteert de Tweede Kamer morgen uitgebreid op verzoek van de SP.
Fundamentele herbezinning lijkt nodig. Maar waarop precies? Op de markt of op de mens? Of op allebei een beetje? En hoe nu verder? Simpelweg meer toezicht of is juist een moreel-ethisch reveil of een gewijzigde sociaaleconomische ordening gewenst?
Dit debat werd eind vorige maand al deels op scherp gezet nadat bleek dat er tussen opmerkingen van premier Balkenende over het ontstaan van de crisis en die van Bos nogal wat licht zat. In een opiniestuk in NRC Handelsblad betoogde de premier dat „niet marktfalen maar menselijk falen” de kern van de huidige problematiek is. „Naïef”, reageerde Bos. „Als er wordt ingebroken moet je daar niet alleen de inbreker op aanspreken, maar je moet ook zorgen voor voldoende politie op straat en je moet zorgen dat je hang-en-sluitwerk op orde is.”
Opvallend is ook dat een uitgesproken liberale partij als de VVD zich tot nu toe relatief stil heeft gehouden over het fundamentele vraagstuk omtrent de donkere kanten van de vrije markt (hebzucht, eigenbelang, onrechtvaardige verdeling).
De partij doet het voorkomen alsof de grootste problemen met het aflossen van de staatsschuld wel zijn opgelost. Die stilte zal morgen moeten worden doorbroken.