Consument

Bejaarde paarden mogen zichzelf zijn in Soest

In het zonovergoten weiland achter boerderij Vosseveld in Soest staat een koppel paarden te dromen en te grazen. Erg actief lopen ze er niet bij. Dat hoeft ook niet. De dieren zijn tenslotte bewoner van een bejaardentehuis.

Hester Bos
5 June 2009 13:42Gewijzigd op 14 November 2020 08:04
Beheerder Reinier Van Valkenhoef met voormalig KLPD-paard Fortuin. Hij is het eerste politiepaard sinds dertig jaar voor De Paardenkamp. Foto RD
Beheerder Reinier Van Valkenhoef met voormalig KLPD-paard Fortuin. Hij is het eerste politiepaard sinds dertig jaar voor De Paardenkamp. Foto RD

Reinier van Valkenhoef is al 23 jaar beheerder van De Paardenkamp, zoals het bejaardentehuis heet. Hij wijst op de bolletjes gras die overal in de wei liggen. „Zie je die? Dat gras hebben ze uitgespuugd omdat ze naarmate ze ouder worden niet zo goed meer kunnen kauwen. Hun kaakspieren verdwijnen en hun gebit wordt slechter.”De honderd Paardenkampbewoners –de jongste is 20, de oudste 37 jaar– slijten hun oude dag in het Soestse. Vertroeteld worden de dieren niet. Van Valkenhoef: „Hier werken geen knuffel-, aai- en poetsmeisjes. We geven de paarden enkel hun natuurlijke leefomgeving terug. Ze zijn kuddedieren en vinden het fijn om met soortgenoten in het land te staan. Belast worden de paarden niet meer, het is puur een rusthuis.”

Wachtlijst

De wachtlijst van De Paardenkamp telt 600 paarden. Een paard dat wordt geëuthanaseerd –slechts 1 procent gaat op een natuurlijke manier dood–, wordt niet gelijk vervangen. Slechts twee keer per jaar doet een nieuwe groep zijn intrede. „Anders komt een paard in een groep terecht die al gevormd is.”

De Paardenkamp telt twee locaties, waarvan Vosseveld de hoofdlocatie is. Hier zijn ook bezoekers welkom. De zeven medewerkers verzorgen rondleidingen, mensen kunnen dvd-kijken in het filmzaaltje en kinderen kunnen een speurtocht op het terrein doen. Over twee jaar moet een nieuw bezoekerscentrum klaar zijn, in de onlangs aangekochte, oude boerderij Het Gagelgat.

Het rusthuis werd 47 jaar geleden opgezet om werkpaarden een onbezorgde oude dag te laten genieten. Met het verdwijnen van beroepen als de schillenboer en de bakker aan huis, droogde ook de stroom werkpaarden op. Het rusthuis huisvest nu vooral recreatiepaarden.

Politiepaard Fortuin is de uitzondering. Hij deed in april na zeventien jaar KLPD zijn intrede en is voor De Paardenkamp het eerste politiepaard sinds dertig jaar. Fortuin maakte veel mee bij de KLPD. Zeventien keer Prinsjesdag, alle begrafenissen van de koninklijke familie, de bruiloft van Willem-Alexander en Máxima en talrijke voetbalwedstrijden in dienst van de ME.

Van Valkenhoef: „Voorheen namen we ook paarden van de rijkspolitie over, maar toen dat landelijk ondergebracht werd, verloren we het contact. Gepensioneerde paarden werden vanaf toen meegenomen door hun berijders of gingen naar een slachthuis.”

Gemiddeld hebben de paarden nog vier à vijf jaar te leven in Soest. De meeste paarden krijgen op een gegeven moment last van been- en gebitsproblemen. Of van koliek, dat is alles wat zich in de buik van het paard afspeelt variërend van een verstopping tot buikkrampen. „We geven het paard altijd de kans om verder te leven”, aldus Van Valkenhoef. „Pas als we moeten vaststellen dat niets meer helpt, gaan we over tot euthanaseren. Om hier te werken moet je dus ook zakelijk kunnen zijn en kunnen loslaten. De voormalige eigenaren stellen we bij ziekte altijd op de hoogte. Sommigen schrikken dan, omdat ze denken dat het altijd goed blijft gaan met het paard. Aan de andere kant heb ik het twee keer meegemaakt dat mensen zeiden: „O, leeft hij dan nog?””

Het rusthuis is een stichting en bedruipt zich met begunstigers en donateurs. Alleen begunstigers kunnen hun paard op de wachtlijst plaatsen. Gelukkig voor De Paardenkamp besluiten ook veel bezoekers het rusthuis te steunen.

Vermenselijken

De Paardenkamp is geen pension. Eigenaren moeten officieel tekenen dat ze afstand doen van hun paard. Een moeilijk moment volgens de beheerder. „Mensen vinden het lastig de verzorging van het paard uit handen te geven. In het begin komen ze nog vaak langs, maar meestal wordt dat na verloop van tijd minder. Paarden worden tegenwoordig vermenselijkt. Wanneer een paard hier aankomt, rouwt het een dag, of twee, maar daarna vindt het al snel een plek tussen zijn soortgenoten. Het is tenslotte een kuddedier. Als de voormalige eigenaren hier nog eens langskomen, reageert het paard soms niet meer als ze hem roepen. Voor hen een teleurstelling, maar eigenlijk is het heel natuurlijk. Het is en blijft een dier.”

Zaterdag houdt De Paardenkamp open dag. Er worden veertien nieuwe paarden en pony’s voorgesteld.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer