Opinie

Europees landbouwbeleid broodnodig

Een Europees landbouwbeleid met subsidies is nodig om een gezonde agrarische sector en een goede voedselvoorziening te waarborgen, stellen ir. B. J. van der Vlies en ir. J. Maljaars. Het voorstel van minister Bos om lidstaten zelf te laten bepalen hoe ze hun boeren steunen, is een slecht idee.

3 June 2009 10:06Gewijzigd op 14 November 2020 08:03
„De prijzen in de agrarische sector worden met name bepaald door ontwikkelingen op de wereldmarkt. Boerenbedrijven, in de regel kleine gezinsbedrijven, kunnen daar niet of nauwelijks op inspelen.” Foto ANP
„De prijzen in de agrarische sector worden met name bepaald door ontwikkelingen op de wereldmarkt. Boerenbedrijven, in de regel kleine gezinsbedrijven, kunnen daar niet of nauwelijks op inspelen.” Foto ANP

Minister Bos van Financiën wil dat de Europese begroting op de schop gaat. Met name de landbouwsubsidies moeten het ontgelden. De PvdA’er is niet de enige die drastisch wil snoeien in het Europese landbouwbudget. Veel verkiezingsprogramma’s zitten op dezelfde lijn. Sommige partijen gaan daarbij zelfs zo ver dat ze de boeren alle inkomenssteun willen afpakken.De SGP vindt dat minister Bos en zijn medestanders geen recht doen aan de waarde van een sterke boerenstand. De agrarische sector is in de eerste plaats voedselproducent. Dankzij de Europese samenwerking op landbouwgebied hebben wij voldoende en goedkoop voedsel van goede kwaliteit. Wie staat er nog bij stil dat je voor een pak melk in de winkel bijna minder moet neertellen dan voor een fles water? Wie beseft nog dat ”…welvaart ’s landsmans werk bekroont…”? Een van onze volksliederen slaat hiermee de spijker op de kop.

Minister Bos en anderen wijzen op de noodzaak van een gezamenlijke aanpak van de energie- en klimaatcrises. Van verschillende kanten wordt er echter voor gewaarschuwd dat een nieuwe piek in de voedselschaarste, ja zelfs een dreigende permanente voedselcrisis, reëel is. Dit signaal mag niet genegeerd worden.

Vrije markt

Boeren en tuinders verdienen om deze reden een financiële steun in de rug. Minister Bos kan maar beter het signaal van zijn partijgenoot, Tweede Kamerlid Waalkens, in de oren knopen: „De vraag naar voedsel gaat de komende decennia verdubbelen. En omdat de hoeveelheid beschikbare landbouwgrond eerder zal afnemen dan toenemen, zal de productie per hectare minstens moeten verdubbelen om in de extra vraag te voorzien.” Terecht zegt Bos’ partijgenoot dat de positie van boeren moet worden opgewaardeerd. „Daar hoort dan ook een gepaste beloning bij, met een groter aandeel in de consumenteneuro dan nu het geval is.”

Een veelgehoord argument voor het snijden in de landbouwsubsidies, en ook het afschaffen van het markt- en prijsbeleid, is dat boeren gewone ondernemers zijn en hun geld maar uit de markt moeten halen. Dat is een domme, want kortzichtige redenering. Wie zo denkt, gaat ervan uit dat de vrije markt wel eventjes losgelaten kan worden op de agrarische sector. Maar zo werkt het niet. De prijzen in deze sector worden met name bepaald door ontwikkelingen op de wereldmarkt. Boerenbedrijven, in de regel kleine gezinsbedrijven, kunnen daar niet of nauwelijks op inspelen. Voor hen is het gewoon heel lastig om goed te kunnen reageren op sterk fluctuerende marktprijzen.

Boeren krijgen bovendien te maken met steeds verdergaande wet- en regelgeving op het gebied van duurzaamheid. Zij bevinden zich echter niet in de positie om de hogere kostprijs die dat met zich meebrengt door te berekenen. De macht van supermarktketens is hiervoor te groot. Het zijn met name de linkse partijen die boeren de pin nog verder op de neus willen zetten, maar wel met gesloten beurs.

Boer uit Burundi

Een ander stokpaardje dat vaak bereden wordt, is de verwijzing naar de positie van ontwikkelingslanden. Die zouden profiteren van verdergaande liberalisering van de landbouwmarkt. Dumping van Europese overschotten op de wereldmarkt schaadt inderdaad de landbouwproductie in ontwikkelingslanden en moet voorkomen worden. Het afschaffen van exportsubsidies is daarom goed. Het zijn echter niet de armere landen en kleine boeren die profiteren van een verdergaande vrijhandel, maar de zich ontwikkelende landen en de grote landbouwbedrijven. De boer uit Burundi met os en ploeg kan niet opboksen tegen de boer uit Brazilië met zijn machinepark!

Laatste vraag: waarom kunnen lidstaten niet zelf bepalen of en hoeveel steun ze willen geven aan hun boeren? Antwoord: dat zou boer en samenleving geen goed doen. Boeren in Europa produceren met name voor de Europese markt. Een gelijk speelveld is daarom belangrijk. Ook kan Europa dan geen vuist maken richting de Wereld­handelsorganisatie (WTO). Voor een goede en duurzame wereldvoedselvoorziening is het niet wenselijk dat Europa nog meer overruled wordt door de VS en andere grootmachten.

De SGP gaat voor een gezonde agrarische sector en een goede voedselvoorziening. Dat kan niet (meer) zonder een goed Europees landbouwbeleid, wát de minister van Financiën ook zegt.

De auteurs zijn respectievelijk voorzitter en beleidsmedewerker van de SGP-fractie in de Tweede Kamer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer