„Nederland onterecht sceptisch over Bulgaren”
De gemiddelde Nederlander is onterecht sceptisch over de komst van Bulgaren en Roemenen naar Nederland. Ook heeft de toetreding van deze landen tot de Europese Unie in 2007 ten onrechte voor veel euroscepsis in ons land gezorgd. Media en politiek hebben die verkeerde beeldvorming in stand gehouden.
Dat zegt André Gerrits, hoogleraar Europese Studies aan de Vrije Universiteit, dinsdag op de website van de Amsterdamse universiteit. Gerrits werkt tevens bij het Clingendael Instituut in Den Haag. Volgens hem zou Nederland nooit massaal tegen de Europese grondwet hebben gestemd, als de EU niet uitgebreid was met Oost–Europese landen. „Nederland zit vol vooroordelen over Bulgaren en Roemenen, terwijl dit land in het bijzonder economisch heeft geprofiteerd van de uitbreiding", aldus de hoogleraar.Volgens Gerrits is bij veel ’oude’ EU–landen het beeld blijven hangen dat Roemenië en Bulgarije niet klaar zouden zijn voor de EU. Maar onderzoek van de EU zelf heeft uitgewezen dat de lidstaten economisch geprofiteerd hebben van de nieuwe landen. Voor Nederland leverde het 1,8 procent groei op, ofwel 650 euro per inwoner.
De hoogleraar bestrijdt dat Nederland ’overspoeld’ is door Bulgaren en Roemenen sinds hun EU–lidmaatschap. „Het is niet waar, en bovendien doen degenen die wel zijn gekomen klussen die Nederlanders niet willen opknappen". Ook zijn het volgens Gerrits niet alleen heel arme mensen die naar Nederland komen, maar gaat het juist om het ondernemender deel van de Oost–Europese bevolking.
Gerrits rekent ook af met het beeld dat Oost–Europeanen voor meer criminaliteit zorgen. „Die twee grootheden zijn niet met elkaar verweven". Een stop op arbeidsmigratie van Bulgaren en Roemenen verwerpt Gerrits dan ook. „Criminaliteit bestrijd je met gerichte maatregelen en niet door grenzen te sluiten".
