Eerbetoon neergestorte piloot in Blaaksedijk
Als eerbetoon aan de Australische oorlogspiloot Jack Dawson Green wordt er in de buurtschap Blaaksedijk een pad naar hem vernoemd.
Dat maakte de gemeente Binnenmaas, waar Blaaksedijk onder valt, gisteren bekend. Het monument wordt op 3 mei 2010 onthuld, in tegenwoordigheid van vele hoogwaardigheidsbekleders.De 21-jarige piloot Jack Dawson Green werd op 17 maart 1945 boven Blaaksedijk uit de lucht geschoten door Duitsers. De inmiddels 68-jarige Anton de Man was destijds ooggetuige van het drama. „Er kwamen die dag tientallen vliegtuigen over, richting Oud-Beijerland. Eén kwam er terug, die van Green. Waarom, dat is nooit duidelijk geworden. Duitsers die in een boerderij in Blaaksedijk waren gelegerd, kwamen naar buiten en schoten naar het vliegtuig. Even later stortte de Spitfire neer op een akker, net achter de Gorzenweg. In zijn parachute gewikkeld werd Green uit het vliegtuig gehaald en in de boerderij neergelegd. Ik stond er dichtbij. Later ben ik vele malen naar de akker teruggeweest en heb me altijd afgevraagd waar de piloot gebleven was.”
In 2008 kreeg De Man het boek van Wim Wüst en Hans Onderwater in handen over de luchtoorlogshandelingen in de Hoeksche Waard. „Daarin las ik dat de piloot in Barendrecht ligt begraven. Ik ben naar het graf geweest, dat was zeer emotioneel. Mijn zoektocht kwam na 63 jaar eindelijk ten einde.”
De Man nam zich na het bezoek aan het graf voor dat er een passend eerbetoon aan de vliegenier moest komen. Met twee anderen, de Barendrechtse historicus en oorlogsspecialist Hans Onderwater en Dominic Hoogsteder, oud-luitenant-kolonel van de Koninklijke Luchtmacht, vormde hij een werkgroep „Er loopt tussen de akkers een weggetje zonder naam. Het leek ons gepast de nagedachtenis van Green te eren met de vernoeming van dat pad.”
Het idee werd de gemeente Binnenmaas voorgelegd en die stemde ermee in. De gemeente opperde daarbij het plan de schooljeugd van Puttershoek, Blaaksedijk en Heinenoord erbij te betrekken. Via een onderwijzer wordt er een lesplan opgezet om de leerlingen in de loop van dit jaar de gebeurtenissen uit het verleden door te geven. De Man: „Het is heel belangrijk dat de jeugd weet wat er is gebeurd. Die jongen was 21, hij kwam uit het verre Australië omdat hij iets wilde doen aan de oorlog hier. Hij had ook gewoon thuis kunnen blijven. De jeugd moet bewust worden van de betekenis van zijn daad. Zonder zulke mensen zouden we nu in een heel ander Nederland leven waarschijnlijk. Respect voor elkaar, daar gaat het om.”
Het plan van de vernoeming heeft in Australië veel los gemaakt, stelt De Man. „De familie schreef me vol lof te zijn over dit tastbare teken van respect voor hun geliefd familielid. Ze proberen er zeker bij te zijn. Ook de minister van Veteranenzaken gaf aan bij de onthulling te willen zijn, mensen van de Australische ambassade, Amerikaanse militaire vertegenwoordigers, tal van Nederlandse oorlogsinstanties hebben zich al aangemeld, het gaat maar door. Er is aangeboden de enige nog vliegende Spitfire die dag over te laten vliegen, de Amerikanen willen een F-15 inzetten, het wordt hier een enorme drukte.”
Voor De Man is de onthulling de afronding van een lange zoektocht. Dat het na 65 jaar is, maakt hem niet uit. „Het is nooit te laat om te gedenken, we mogen niet vergeten wat er is gebeurd.”