Ledental Geref. Gem. licht gestegen
Het ledental van de Gereformeerde Gemeenten is vorig jaar gegroeid met 351 leden en doopleden. Dat meldt het Kerkelijk Jaarboek, dat vrijdag verscheen. Het totaalaantal leden bedroeg per 1 januari 2009 104.281. Er zijn 56.485 leden en 47.796 doopleden.
Het kerkverband telt 157 gemeenten (één minder dan het jaar ervoor), die gediend worden door 57 predikanten (één meer dan in 2007).De groei van het zielental werd vooral veroorzaakt door een geboorteoverschot en door toetredingen uit de Oud Gereformeerde Gemeenten (295), de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (201), de Protestantse Kerk in Nederland (122), de Hersteld Hervormde Kerk (114) en de Christelijke Gereformeerde Kerken (78).
Naar deze kerken gingen respectievelijk 89, 38, 744, 509 en 256 personen over. Het aantal buitenkerkelijken dat tot de Gereformeerde Gemeenten toetrad, bedroeg 6; het aantal leden dat zich geheel onttrok was 360.
Uit het jaarboek blijkt verder dat het aantal (doop)leden van de Netherlands Reformed Congregations in Noord-Amerika en Canada (een zusterkerk van de Gereformeerde Gemeenten) groeide van 10.080 naar 10.238. De NRC telt 26 gemeenten die gediend worden door 10 predikanten.
In het Jaaroverzicht schrijft ouderling J. T. van den Berg (lid van het deputaatschap vertegenwoordiging en voorlichting) dat statistieken slechts een eenzijdig beeld van de werkelijkheid geven. „We moeten beseffen dat achter ieder cijfer mensen schuil gaan met een ziel voor de eeuwigheid. Als we dit beseffen kijken we toch anders naar de cijfers.”
Van den Berg stelt dat de ontwikkelingen wereldwijd steeds sneller op elkaar volgen. „Er tekent zich in het wereldgebeuren een versnellingsproces af met een apocalyptische dimensie. Alles stuwt naar de voleinding. Maar zien wij dit? Wij kunnen zo druk zijn met alles wat ons bezig houdt, ook in ons kerkelijk leven, dat wij niet beseffen dat het einde aller dingen nabij is.”
Ook in de huidige wereldwijde economische crisis ziet Van den Berg apocalyptische trekken, „Alle financiële zekerheden wankelen. Regeringen zijn in opperste verlegenheid. Daarin komt duidelijk de sprake tot ons van de betrekkelijkheid van al het aardse. Gigantische kapitalen bleken in korte tijd verdampt.”
Van den Berg merkt verder op dat er „weinig profetische gaven” voor nodig zijn om te zien „dat de acceptatie van de homosexuele praktijk na de positie man-vrouw het grote thema wordt, dat op onze kring afkomt. Dat kan grote consequenties hebben, onder andere voor onze onderwijsinstellingen. Laten we gewaarschuwd zijn.”