Economie

EP eist concurrentie op het spoor

Het Europees Parlement (EP) neemt het standpunt in dat spoorwegbedrijven, waaronder de NS, vanaf 2008 in het binnenland concurrenten moeten dulden bij het vervoer van reizigers.

Redactie economie
15 January 2003 10:43Gewijzigd op 14 November 2020 00:04

De tien jaar geleden tot stand gebrachte interne markt, op grond waarvan grenzen en daaraan verbonden beperkingen voor ondernemingen verdwijnen, is tot nu toe niet van toepassing op het railverkeer. Het Parlement was er dinsdag in Straatsburg echter met ruime meerderheid voor om na verloop van tijd ook deze sector volledig te liberaliseren.

Het EP stemde over een voorstel van de Europese Commissie om de concurrentie in de sfeer van de goederentreinen uit te breiden tot het gehele netwerk. Het greep daarbij de gelegenheid aan om een nog veel drastischer wijziging te bepleiten. Het Parlement wil af van de huidige situatie, waarin in grote delen van de Unie de nationale maatschappij een monopoliepositie bezit op het gebied van het personenvervoer.

Of op afzienbare termijn de beoogde hervorming inderdaad gerealiseerd wordt, lijkt twijfelachtig. Het woord is nu namelijk aan de ministers van de vijftien lidstaten. Die moeten een oordeel vormen over de wens van het Parlement. Tot nu toe bestond er in hun kring flinke weerstand tegen vergaande vrijmaking van de markten. Vooral Frankrijk geldt als een ferm tegenstander van aanpassingen in die richting. Sommige europarlementariërs verwachten daarom dat het lang kan duren voor er definitieve besluiten vallen.

In Nederland leidde een proef met concurrentie in het spoorverkeer halverwege de jaren negentig tot felle discussies, toen het piepkleine bedrijfje Lovers, bekend van zijn rondvaartboten, een spoorvergunning aanvroeg. Aanvankelijk alleen voor een toeristentrein, maar later, met hulp van een Franse multinational, ook voor gewone intercitydiensten. Vanwege een rommelige start, onduidelijke regels en een aandeelhouder zonder veel geduld hield de eerste NS-concurrent het al na enkele jaren voor gezien.

Hoewel de discussie vooral in Den Haag wordt gevoerd, speelt Brussel eigenlijk een veel belangrijker rol. Sinds 1991 bestaat er een Europese wet die voorschrijft dat de infrastructuur gescheiden wordt van de spoorwegmaatschappij. Ook moeten concurrenten op de hoofdassen internationale goederentreinen kunnen laten rijden.

De Europese Commissie wilde met haar voorstel de concurrentie bij de vrachttreinen uitbreiden tot alle spoorlijnen. Het europarlement, dat het recht heeft wijzigingen voor te stellen, grijpt die gelegenheid aan om een veel grotere stap te nemen. Het breidt de liberalisering nu uit tot „grensoverschrijdende spoorwegvervoerdiensten voor reizigers en uiterlijk op 1 januari 2008 tot binnenlandse spoorwegvervoerdiensten voor reizigers.” In veel EU-landen is het binnenlands spoorverkeer nog in handen van de nationale spoorwegmaatschappij of van regionale bedrijfjes.

In Nederland bestaan er plannen om niet alleen voor onrendabele zijlijntjes, maar ook voor de personentreinen op de hoofdaders van het railnet een soort veiling uit te schrijven. Voor de periode van de eerste tien jaar zou de concessie in ieder geval nog naar de NS gaan. Onduidelijk is hoe deze aanpak zich verhoudt tot de opstelling van het EP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer