„Tienermoeder naar pleeggezin”
DEN HAAG – Tienermoeders zouden samen met hun kind in een pleeggezin terecht moeten kunnen. De moeder zou er dan beter aan kunnen wennen om zelf te zorgen voor haar kind, dat dan ook beter af zal zijn.
Dat heeft CDA-Kamerlid Aasted-Madsen maandag voorgesteld in de Tweede Kamer tijdens een overleg over pleegzorg. Haar CDA-collega’s Sterk en Çörüz verdedigden in een Kamerdebat de initiatiefnota ”Gezin boven tehuis”. Door de tienermoeder in een pleeggezin op te nemen, heeft ze meer gelegenheid om haar school af te maken, voerde Aasted-Madsen aan. Ook het belang van het kind is daarmee gediend.
De initiatiefnemers Sterk en Çörüz pleiten voor meer maatwerk in de jeugdzorg. Ook willen ze dat kinderen sneller ondergebracht worden bij pleegouders. Omdat de duur van de pleegzorg niet op voorhand duidelijk is, zou er elke twee jaar een evaluatiemoment moeten zijn tussen pleegouders, jeugdzorg en directe hulpverleners.
Pleegouders stuiten nog te vaak op allerlei regeltjes en juridische problemen, vindt het CDA. Ook zouden ze meer geld moeten krijgen om de kosten te dekken. Volgens PvdA-Kamerlid Dijsselbloem moet het mogelijk worden dat pleegouders een beroep kunnen doen op de WMO, zeker wanneer er sprake is van het verlenen van gespecialiseerde zorg.
In de Kamer gingen maandag stemmen op om de kinderbijslag in handen van de pleegouders te geven. Het komt nog te vaak voor dat de kinderbijslag bij de biologische ouders terechtkomt, terwijl het kind al jaren uit huis is. Een voogdijinstelling zou de kinderbijslag kunnen beheren, aldus ChristenUnie-Kamerlid Voordewind.
Voordewind stelde eveneens voor om ouders die een kind met ernstige gedragsproblemen in hun gezin opnemen een salaris uit te betalen. Dit zou momenteel al praktijk zijn in Frankrijk, Duitsland, de Verenigde Staten en Zweden.
Volgens CDA-Kamerlid Sterk is het uitbetalen van een salaris lastig. Er zouden dan ook kwaliteitseisen gesteld moeten worden. „Juist onbaatzuchtigheid is nodig om zorg te verlenen.”
VVD-Kamerlid Dezentjé-Hamming stelde dat de kwaliteit van de pleegouders belangrijker is dan een gemeenschappelijke identiteit met het pleegkind. Op vragen van SGP-voorman Van der Vlies antwoorden de initiatiefnemers dat er ruimte blijft voor levensbeschouwelijke en identiteitsgebonden pleegzorg.
SP’er Langkamp wil biologische ouders aanmerken als direct belanghebbende. Dit voorkomt dat biologische ouders na de ondertoezichtstelling van hun kind vrijblijvend kunnen opereren, zonder eventuele juridische consequenties. Volgens het socialistische Kamerlid komt het te vaak voor dat pleegouders en jeugdzorg zich onmachtig voelen bij de escalatie van een conflict, terwijl de biologische ouders vrijuit gaan. De initiatiefnemers gaan het SP-voorstel voorleggen aan minister Rouvoet van Jeugd en Gezin.
Vorige week bleek uit een rapport van Pleegzorg Nederland dat het aantal kinderen dat wordt ondergebracht bij pleegouders de afgelopen tien jaar verdubbeld is. De groei bedroeg vorig jaar 9 procent. In totaal wonen er momenteel ruim 22.000 kinderen in pleeggezinnen. De groei leidde tot een tekort aan pleegzorgbegeleiding.
Binnenkort debatteert de Kamer met minister Rouvoet verder over de initiatiefnota ”Gezin boven tehuis”. Hem is ook gevraagd in te gaan op de gestelde vragen door Kamerleden en de initiatiefnemers van advies te voorzien.