Afgezien van de vraag of de reformatorische gezindte nog leeft, mag nooit een door de mens bedachte remedie het startsein vormen tot enig geestelijk herstel.Toen ik de kop boven de reactie van dr. C. A. van der Sluijs (RD 18-5) op een opinieartikel van Teun van der Weijden (RD 14-5) las, was ik verheugd. ”We moeten ophouden met al dat doen”, stond erboven. Echter, nog geen vijftien regels verder wijst dr. Van der Sluijs op „een therapie” tot „geestelijk herstel van onze gereformeerde gezindte.” Hij verwijst onder andere naar zijn recent verschenen boek ”Reformatorisch leven in deze tijd”.

Ik geloof van harte in de oprechte intentie van dr. Van der Sluijs om uit de nood die hij constateert, zich te wapenen tegen de negatieve invloeden die de al dan niet levende gereformeerde gezindte teisteren.

Maar een legitieme vraag, lijkt mij, is deze: wapenen wij ons heilzaam met een „waarlijk gereformeerde apologetiek” en een „therapie”?

Is dit de weg tot herstel, of moeten we eerlijk bekennen dat studeerkamerwerk ons nooit op het geestelijke niveau (persoonlijk, in gezin, kerk en samenleving) heeft gebracht dat de Heere ons met en na Pinksteren bereid heeft?

Iedere ratio kan een opknapbeurt bedenken, welke niet verder komt dan wat achterstallig onderhoud.

Nee, we moeten eens ophouden met al dat doen. We hebben Jezus nodig!

De eenvoud van deze stelling kan drijven tot wanhoop, want het betekent dat alles weggebroken moet worden wat geen Jezus is.

Zijn we bereid om collectief deze prijs te betalen? Zijn we bereid structuren, patronen en oplossingen in de handen van de Heere te leggen, in de verwachting dat Hij zal vullen wat leeg is van zichzelf?

Laten we buigen, ophouden met doen en eerbiedig opzien, om niemand te zien dan Jezus alleen, zoals we lezen in Matth. 17:8.

John Kamphuis
Tureluur 54
8281 EZ Genemuiden

Reformatorische Omroep

Het is voor mij onbegrijpelijk dat de Reformatorische Omroep zo weinig steun krijgt uit zo’n omvangrijke achterban (RD 23-5).

En eigenlijk speelt zich hier hetzelfde af als met de krant die we lezen: 60.000 abonnees zou toch in onze gezindte geen enkel probleem moeten zijn voor een krant als het Reformatorisch Dagblad?

Is het nu toch alleen ”die hand op de knip”?

Of moeten we constateren dat er sprake is van een stukje onverschilligheid in onze achterban?

Op grond van wat presentatiewerk voor twee plaatselijke omroepen weet ik wat het voor veel mensen betekent om naar een omroep te kunnen luisteren zoals de Reformatorische Omroep.

Of protesteren we alleen (in Rijssen bijvoorbeeld was onlangs sprake van een massaal protest!) en stellen we er niets tegenover?

Kom nou toch, mensen, laten we de media niet overlaten aan de wereld!

Nu kan het nog in vrijheid in ons land, al wordt die betrekkelijke vrijheid behoorlijk aangevochten op dit moment, denk aan de ontwikkelingen met betrekking tot Emst!

Ik wens de heer Van der Zouwen Gods zegen toe bij het nastreven van het doel dat de Reformatorische Omroep zich gesteld heeft.

C. Verhey
Nachtegaal 54
3853 DP Ermelo

Koninginnedag

Even dacht ik niet het Reformatorisch Dagblad in handen te hebben maar een roddelblad.

Prominent op de voorpagina van RD 19-5 stond een vaag, spiritueel verhaal, gerelateerd aan het afgrijselijke drama dat plaatsvond op Koninginnedag in Apeldoorn.

Niet alleen de inhoud van het artikel is onzinnig, ook de prominente plaats die het kreeg is ongepast.

Mocht een dergelijk artikel al geplaatst moeten worden in een serieuze krant als het RD, geef het dan de aandacht die het verdient!

E. B. van Lankeren
Akkerwinde 23
4251 JK Werkendam

Naschrift:

Dat zelfs sommige verzekeraars haar consulten vergoeden, gaf voor ons de doorslag om de praktijken van deze, zich medium noemende, vrouw nadrukkelijk aan de kaak te stellen en te becommentariëren. Ter waarschuwing, hopen wij.

Hoofdredactie