De Zeeuwse oppositiepartij heeft daarom maandag vragen gesteld aan het college van gedeputeerde staten. De partij dringt daarin onder andere aan op het versnellen van de voorbereidingen voor de aanleg van de containerterminal.De PZC citeerde maandag uit een vertrouwelijk rapport dat de voorbereidingsorganisatie van de WCT liet maken. Volgens het rapport is de WCT „veruit het aantrekkelijkste van alle plannen voor grootschalige containeroverslag die in Vlissingen-Oost worden ontwikkeld.”

Het rapport waarschuwt echter dat de aanleg van de WCT te laat komt. „De locatie pal aan de Westerschelde maakt de WCT geschikt voor de grootste containerschepen. Dat is het segment van de containervaart dat het snelst groeit. Een knelpunt is dat de planologische procedure zo veel tijd vergt.”

Die traagheid is ook PvZ-fractievoorzitter J. Robesin een doorn in het oog. „Als de WCT pas in gebruik kan worden genomen nádat de Tweede Maasvlakte in Rotterdam en het Saeftinghedok in Antwerpen klaar zijn, is de containerterminal niet meer interessant voor de rederijen. Het Zeeuwse havengebied is dan niet meer dan een veredelde landbouwhaven.”

De PvZ pleit daarom bij de provincie voor een versnelling van de voorbereidingsprocedure. „De twijfel over realisatie van de WCT slaat kennelijk weer toe, nu Provinciale Staten onder meer wordt voorgehouden dat ook de plannen voor natuurherstel in de Westerschelde een onoverkomelijke hindernis kunnen vormen.”

Volgens Robesin is die veronderstelling er met de haren bijgesleept. „Het suggereert dat Provinciale Staten nu te kiezen hebben uit een alternatief voor ontpoldering van de Hedwigepolder en de aanleg van de WCT. Maar zo is het beslist niet.”

In het besluit van het kabinet af te zien van ontpoldering van de Zeeuws-Vlaamse Hedwigepolder wordt de locatie waar de WCT moet komen, genoemd als plek voor extra schor- en slikvorming. Dat betekent volgens Robesin niet per definitie dat die plek ook in de plannen moet worden opgenomen.

Robesin vermoedt dat een deel van Gedeputeerde Staten af wil van de WCT-plannen. „Het is elke keer wat. Het lijkt wel of GS aansturen op ontmoediging, zodat we straks allemaal zeggen: Stop er maar mee.”

Maandag werd bekend dat een ruime meerderheid van de Zeeuwen de aanleg van de WCT wel ziet zitten. Dat blijkt uit een onderzoek dat TNS NIPO heeft uitgevoerd in opdracht van Zeeland Seaports. Van de ondervraagden wist 81 procent wat de WCT is. Van die 81 procent is 68 procent voor de komst van de WCT,

14 procent is tegen. De overige 18 procent heeft geen mening.

Volgens Robesin geven de cijfers aan dat er wel degelijk voldoende maatschappelijk draagvlak is voor de WCT.