Slopershamer bedreigt wederopbouw
Titel:
”Toonbeelden van de wederopbouw. Architectuur, stedenbouw en landinrichting van herrijzend Nederland”
Auteur: Marieke Kuipers; Rijksdienst voor de Monumentenzorg/NAi, Zeist/Rotterdam, 2002
ISBN 90 400 6749 0
Pagina’s: 184
Prijs: € 24,50; ”Het Monumentenboek”
Auteur: Karel Loeff; Waanders Uitgevers, Zwolle, 2002
ISBN 90 400 8745 8
Pagina’s: 448
Prijs: € 14,50. Wat is er zo bijzonder aan dit gebouw uit de jaren direct na de oorlog? Is dit wel het bewaren waard? Regelmatig krijgen gemeenten en Monumentenzorg de vraag of een gebouw van kort na de Tweede Wereldoorlog kan worden gesloopt. De auteurs van ”Toonbeelden van de wederopbouw” laten zien dat deze gebouwen grote historische waarde hebben. Niet slopen dus.
De wederopbouw is bijzonder. Nederland lag na de Tweede Wereldoorlog op een aanzienlijk aantal plaatsen in puin. Het oorlogsgeweld van mei 1940, van de aanleg van de Atlantic Wall en van de bevrijdingsstrijd in 1944 en 1945 had zijn sporen nagelaten. Rotterdam, Wageningen, Rhenen, Zandvoort, IJmuiden, Hulst, Nijmegen, Arnhem. Allemaal plaatsen waar veel te herstellen en nieuw te bouwen viel. Dat gebeurde ook. Nederland ging niet bij de pakken neerzitten, maar in een snel tempo werd zo veel mogelijk weer gefatsoeneerd. Het is deze periode in de architectuur die Marieke Kuipers samen met andere auteurs in het eerste hoofdstuk van ”Toonbeelden” beschrijft.
De wederopbouw is echter meer dan alleen wederopbouw. Deze periode -in het boek afgebakend met de jaren 1940 en 1965- is ook een tijdperk van bloei en zelfvertrouwen, en dat komt in de architectuur openbaar.
De bloeiperiode -die met de watersnoodramp van 1953 wel een knauw krijgt- levert een reeks karakteristieke gebouwen op, die vrijwel niemand onder de slopershamer verloren zou willen laten gaan. Wat te denken van het Groothandelsgebouw in Rotterdam, de Bijenkorf in dezelfde stad, de Velsertunnel, de stuwen in de Nederrijn, de Zeelandbrug en de Euromast?
Een volledig overzicht van alles wat er in deze periode in Nederland is gebouwd, valt onmogelijk te geven. De auteurs van ”Toonbeelden” presenteren daarom slechts een selectie. Deze goede doorsnee hebben de samenstellers gegroepeerd rond een tiental thema’s, waaronder nieuwe woongebieden, industrie, mobiliteit en recreatie. Bij elk van de thema’s zijn aansprekende -soms ook vergeten of verloren- voorbeelden gezocht. Na een korte inleiding op het thema worden die exemplaren kort besproken en getoond aan de hand van veel mooie foto’s.
Een ontdekking voor hoofdauteur Kuipers was de grote verandering die er tijdens de wederopbouw plaatshad op het platteland. In het buitengebied was niet alleen veel -veelal vergeten- oorlogsschade, zoals in het rivierengebied, Zeeland en Limburg. Er was ook veel veranderd op het platteland. De herindeling van de grond via de ruilverkaveling, de vergaande industrialisatie, de schaalvergroting in de landbouw en de komst van de tractor zorgden voor een heel ander type boerenbedrijf. Verder gaf de drooglegging van de Noordoostpolder en later oostelijk Flevoland deze bedrijven een grote kans.
”Toonbeelden” geeft zo een mooie doorsnee van alles wat de wederopbouw leverde. Een beperkte hoeveelheid -zeer informatieve- tekst tegenover veel foto’s -zo’n 400 in totaal- is de juiste formule voor een boek als dit. Beelden houden het beste de herinnering vast.
Beperkt ”Toonbeelden van de Wederopbouw” zich tot een periode van 25 jaar, in een andere nieuwe publicatie, van uitgeverij Waanders, wordt een doorsnee van heel de Nederlandse architectuur gegeven. ”Het Monumentenboek” bevat foto’s van 450 gebouwen met een bijzondere betekenis voor de Nederlandse architectuurgeschiedenis.
Samensteller Karel Loeff koos voor een kriskrasopzet. Hij ordende niet op ouderdom of bouwstijl, maar groepeerde de monumenten alleen rond nogal wijdse thema’s als groen, omgeving, water en behoud. Het resultaat is een kijkboek waarin elke bladzijde een verrassing is, maar waarin de lezer geen lijn kan ontdekken. Loeff vliegt van de ene bouwstijl naar de andere, en van de ene hoek van het land naar de andere.
Het redelijk betaalbare boek -zeer geschikt als geschenk- is goed verzorgd. Op elke bladzijde staan het adres, de provincie en de naam van het monument vermeld, samen met een stukje toelichtende tekst, de bouwperiode, de architect en eventueel de bouwstijl. Achterin is een goed plaatsnamenregister opgenomen.
Titel: