Zij concludeerden uit Kamerbrieven dat de minister wilde bezuinigen op zogenoemde non–gouvernementele organisaties (ngo’s) en dat hij organisaties van bijvoorbeeld de Verenigde Naties meer wilde geven. Koenders zei echter dat hij de lasten wel degelijk eerlijk wil verdelen. Hij moet dit jaar ongeveer 385 miljoen euro bezuinigen op de hulp. Dit komt omdat het nationaal inkomen is gedaald en zijn budget daarvan afhankelijk is. Nederland besteedt 0,8 procent van het nationaal inkomen aan ontwikkelingssamenwerking.De Kamer besprak woensdag het plan om de subsidieregeling voor ngo’s vanaf 2011 op de schop te gooien. Een plan dat de VVD pas in 2010 wil bespreken, omdat de huidige regeling volgens de liberalen niet genoeg is geëvalueerd. Maar de partij kreeg te weinig steun voor uitstel.

De ngo’s moeten van Koenders meer evalueren, meer samenwerken en minimaal 500.000 euro per jaar uitgeven. Ze moeten 60 procent van het geld uitgeven in zogenoemde partnerlanden. Dat zijn landen waar de Nederlandse regering ook geld in steekt. Ngo’s die subsidie aanvragen voor het vergroten van het draagvlak voor ontwikkelingshulp in Nederland moeten ook aan nieuwe eisen voldoen.

Maar tijdens het debat bleek de minister bereid zijn eisen een beetje te verzachten. Kleinere ngo’s mogen samenwerkingsverbanden aangaan om aan de 500.000 euro voorwaarde te voldoen. De eerder genoemde 60 procent regel geldt niet voor alle projecten. Ngo’s die het draagvlak willen vergroten hoeven geen 40, maar 25 procent van het geld zelf op te hoesten.

De minister hield wel vast aan zijn eis dat de huidige verdeler van zijn subisidies, de NCDO, deze taak verliest. Het NCDO moet een kennis instituut worden, maar mag niet meer meedingen naar die functie. Ook de kritiek van de ChristenUnie en het CDA op zijn plan om ambassades meer taken te geven bij het verdelen van gerichte subsidie, legde hij naast zich neer. Zijn coalitiegenoten denken dat de ambassades deze taken niet aan kunnen. Maar volgens Koenders kunnen ze dat wel.