Op de markten in het Verre Oosten daalde de prijs van Amerikaanse olie maandag in eerste instantie wel met een halve dollar tot 31,20 dollar per vat (159 liter). Daarna steeg de prijs weer tot 31,62 dollar.

Bij olie uit de Noordzee was de prijdaling duidelijker dan bij Amerikaanse olie, maar erg groot was de daling niet. Op de Londense termijnmarkt noteerde Brent-olie maandagmorgen 28,50 dollar per vat. Dat is 0,8 procent lager dan vorige week vrijdag.

De verhoging van de OPEC-productie zou niet groot genoeg zijn om de Amerikaanse olievoorraden, die in 26 jaar niet zo klein zijn geweest als nu, weer voldoende op peil te brengen. Bovendien duurt het vier tot zes weken voordat de olie uit het Midden-Oosten in de Verenigde Staten arriveert.

De OPEC besloot zondag de olieproductie met ingang van de komende maand te vergroten met 1,5 miljoen tot 24,5 miljoen vaten per dag om de prijs niet te veel te laten stijgen. De olieorganisatie hanteert een prijsmarge voor haar olie van 22 tot 28 dollar per vat. Als de prijs gedurende twintig dagen buiten die marge zit, gaat de productie omlaag dan wel omhoog.

De prijs van olie is de laatste tijd gestegen door de spanningen rond Irak en door de stakingen in Venezuela. Het laatste land is de op op vier na grootste olie-exporteur ter wereld en een grote leverancier van de VS. Binnen de OPEC is het de op twee na grootste olieproducent.

De productievergroting waartoe de OPEC heeft besloten, wordt verdeeld over de aangesloten landen. Ook Venezuela heeft een grotere hoeveelheid toegewezen gekregen, maar door de stakingen daar is het land niet in staat meer olie te produceren.

Ook daardoor was er sprake van een slechts lauwe reactie van de olieprijzen op het OPEC-besluit. Deskundigen hebben gezegd dat de olieprijs pas echt zal gaan dalen als de situatie in Venzuela verbetert. Door de stakingen ligt de olieproductie er al enkel weken vrijwel stil.