Een delegatie van de raad van de Evangelische Kerk in Duitsland onder leiding van Huber bracht van zaterdag tot maandag een bezoek aan de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). In de kapel van het Landelijk Dienstencentrum in Utrecht leidde de bisschop maandagmorgen de dagopening.„Beter is een weinig met gerechtigheid, dan de veelheid der inkomsten zonder recht”, citeerde bisschop Huber uit het Spreukenboek. „Is deze vrouw met zo’n tekst geholpen? Of heeft Karl Marx toch gelijk als hij zegt dat godsdienst opium voor het volk is?”

De les is, aldus Huber, „dat we maat leren houden. Persoonlijk, maar ook als maatschappij. Daarin ligt de taak van de kerk.”

Dan volgt een gesprek over mensenrechten. De bevordering daarvan vormt een „centraal” deel van het werk van de kerk, aldus Huber. „De EKD ziet inzet voor de mensenrechten in een gescheurde wereld als haar christelijke plicht. De kerk moet haar stem laten horen als mensen of groepen in de wereld onrecht wordt aangedaan.”

De EKD zet zich met name in voor vluchtelingen uit Irak, godsdienstvrijheid in Iran en Turkije en mensenrechten in Sudan.

Het bezoek van de delegatie van de EKD was de eerste officiële ontmoeting tussen beide kerken sinds het ontstaan van de Protestantse Kerk op 1 mei 2004. „We hebben regelmatig synodes en conferenties van de Evangelische Kerk bijgewoond”, zegt ds. J.-G. Heetderks, woordvoerder van de Protestantse Kerk. „Maar van een tegenbezoek was het nooit nog gekomen. Bij de EKD bestond de wens om ook eens naar Nederland af te reizen.”

Vertegenwoordigers van de twee kerken spraken zaterdag onder andere over de nota’s ”Leren leven van de verwondering” en ”Kirche der Freiheit”. Op het programma stonden verder bezoeken aan de Grote Kerk in Dordrecht, waar onlangs de tentoonstelling ”Calvijn & Wij” werd geopend, de Jacobikerk in Utrecht en de lutherse gemeente aan het Spui in Amsterdam.