Dat zei J. Van ’t Kruis, beleidsadviseur van de PKN-synode, gisteravond tijdens een bijeenkomst over economie en samenleving na de crisis. De werkgroep Kerk en Werk van de Haagse Gemeenschap van Kerken organiseerde de avond.Juist christenen en socialisten hebben de plicht in tijden van crises solidair te zijn met de zwakkeren, betoogde Van ’t Kruis. „Armen zijn het slachtoffer nu de Mammon van het geld instort. Maar belangrijker dan solidariteit is de opdracht om eerst het Koninkrijk van God te zoeken.”

De economische crisis heeft een morele component, aldus P. van Heeswijk, partijvoorzitter van het CDA. „De ideologie van meer, meer, meer drukte ons met de neus op de feiten. Christelijke politiek biedt daar tegenwicht aan. Het Evangelie moet weer richtsnoer zijn van handelen.”

Van Heeswijk benadrukte dat zowel de markt als de staat geen moraal kennen, maar dat moraal te vinden is „in een christelijk-sociale samenleving, waarin menselijke relaties de maat zijn.”

De samenleving heeft behoefte aan perspectief, meent M. Barth. De voorzitter van de Bannink werkgemeenschap voor de PvdA zei het „grote verhaal” van het kabinet te missen, om de mensen hoop te bieden. „De boodschap van deze coalitie zou werk, werk, werk moeten zijn.”

Christelijke politiek is omzien naar de ander, vervolgde Barth. „Christenen zijn geroepen tot dienend leiderschap, vanuit het besef dat elk mens een beelddrager van God is.”