Opinie

Isla de Pascua

Ik had er tot dusver nooit zo bij stilgestaan, maar een paar weken geleden kreeg ik er ineens oog voor. Wat spreekt de Bijbel –en met name het Oude Testament– veelvuldig over eilanden. Vooral in het profetenboek van Jesaja treffen we ze nogal eens aan. Maar ook de psalmen gaan er niet aan voorbij.

Ds. J. M. J. Kievit
8 May 2009 21:14Gewijzigd op 14 November 2020 07:53

Meestal betreft het een heilsbelofte. Veel eilanden zullen zich verblijden, zingt de dichter van Psalm 97. Zich verblijden namelijk in het feit dat de Heere regeert.En in de 72e Psalm wordt in vers 10 beloofd dat de eilanden geschenken zullen aanbrengen en daarin hun onderworpenheid tonen. Aan wie? Aan de grote Koning Wiens lof in deze glansrijke Psalm bezongen wordt. Aan niemand minder dus dan aan de Heere Zelf.

Verste delen

Tot twee keer toe mag Jesaja namens de God van Israël verkondigen: „Op Mij zullen de eilanden wachten, en op Mijn arm zullen zij hopen” (51:5; 60:9), daaraan toevoegend dat ze naar Zijn leer zullen wachten (42:4). Heerlijke beloften voor de eilanden dus.

Welke delen van de wereld worden ermee bedoeld? Diverse vertalingen spreken over de kustlanden.

In ieder geval is het een aanduiding van de verste delen van de wereld. Het zijn die streken die ver verwijderd lagen van het land dat door het volk van Gods verbond bewoond werd. De gebieden in deze wereld, bewoond door hen die de apostel Paulus in zijn brief aan Efeze noemt: „gij, die eertijds verre waart” (2:13).

Dat is meer dan lokaal bedoeld. Hij typeert ze als „zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israëls, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld…” (2:12).

Einde

Ik moet erkennen dat ikzelf van oorsprong ook zo’n eilandbewoner ben. Letterlijk zelfs, maar ook in diepere zin. Een uit de kustlanden, een buitenstaander.

Maar wat verwonderlijk nu. Nu heeft de heilige God het oog laten vallen op die eilanden en hun bewoners. Hij gaat ervoor zorgen dat de woestijn en zijn steden de stem verheffen en dat Zijn lof op de eilanden verkondigd wordt (Jes. 42:12).

De Heere heeft het gezegd en Hij zal het doen!

De aanleiding om dit alles te schrijven? De tweede helft van april brachten mijn vrouw en ik door op Isla de Pascua, onder ons bekend als Paaseiland, door de bewoners zelf Rapa Nui genoemd.

Vanuit Nederlands perspectief bevindt het zich aan de einden der aarde. Dat kleine eiland, niet groter dan ons Waddeneiland Texel, ligt zo’n 4000 kilometer ten westen van de kust van Chili. Inderdaad, midden in de Stille Oceaan.

Het wordt wel de eenzaamste plek ter wereld genoemd. In een straal van duizenden kilometers in de omtrek wordt namelijk nauwelijks een plek van menselijke bewoning gevonden. Er is alleen maar water. De immense oceaan.

Moai

Op Rapa Nui wonen onze kinderen Paulus-Jan en Antje met hun kinderen. Ooit door een Nederlandse gemeente daarheen uitgezonden om bezig te zijn met de vertaling van het Woord van God in de diverse Polynesische talen. Ze zijn gegrepen door de passie dat het Evangelie van Christus aan alle volkeren bekend moet zijn, in hun eigen taal. De Bijbel zegt: „de eilanden zullen naar Zijn leer wachten.” Dan moet die leer ook uitgedragen kunnen worden. Vandaar.

Ik schrijf nu niet over het wonderlijke fenomeen van de moai, de honderden prehistorische beelden die op Paaseiland te zien zijn. Fascinerend! En ook niet over de verdere cultuur of over de natuur van dit vulkaaneiland met zijn grillige rotsen aan de kust. Ik wil eigenlijk alleen maar melden dat ook daar een christelijke gemeente is.

Missie

De meeste eilanders zijns rooms-katholiek. Vrucht van Chileense missie, begonnen in de 19e eeuw. Maar er zijn ook evangelische christenen. Met hun gemeente hebben wij kennis­gemaakt. Zelfs ontving ik er de spontane uitnodiging om de volgende zondag te preken. Dat is dan ook gebeurd. Samen met mijn zoon stond ik op de kansel. Hij vertaalde me simultaan.

Terug in Nederland ontmoette ik dezelfde week nog mijn belijdeniscatechisanten. We spraken over de kerk: de ene heilige algemene christelijke kerk. Vanuit mijn recente ervaring heb ik hen gewezen op de kerk van alle tijden en van alle plaatsen. Christus vergadert haar in de enigheid van het ware geloof. Hij staat ervoor garant dat allen die Hem van de Vader gegeven zijn, tot Hem zullen komen. Het zal ooit worden één Herder en één kudde.

Breuk

Ik raak, eerlijk gezegd, wel eens gedeprimeerd als ik naar de kerk van Nederland zie. Als ik haar gestalte zie en als ik haar gehalte vermoed. Het is de kerk waarvan ik deel uitmaak. In haar breuk sta ik zelf. En bepaald niet schuldloos.

Maar Gods zaak gaat voort. Zijn Koninkrijk zal niet als een nachtkaars uitgaan. „De eilanden zullen naar Zijn leer wachten…” En wie de Heere verwachten, zullen niet beschaamd worden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer