Kroaat beschrijft martelingen tijdens Milosevic-proces
Robert Hausvicka, van de afdeling Dubrovnik van de vereniging van voormalige Kroatische kampgevangenen, heeft de rechters in het Milosevic-proces vrijdag verteld hoe hij in 1991/92 door Joegoslavische soldaten is gemarteld.
Hausvicka had zich als 20-jarige jongeman in 1991 aangesloten bij de Nationale Garde, die de nationalistische president Tudjman van de naar onafhankelijkheid strevende deelrepubliek Kroatië had gevormd. Die Nationale Garde kwam in botsing met het JNA, het leger van het oude, grotere Joegoslavië. Door toedoen van de toenmalige Servische president Slobodan Milosevic werd het JNA al in 1991 steeds meer gedomineerd door Serviërs en Montenegrijnen.
Hausvicka werd in oktober 1991 opgepakt en opgesloten in kamp Bileca waar hij in eenzame opsluiting kwam te zitten, zo vertelde hij vrijdag voor het Joegoslavië-Tribunaal. Hij werd mishandeld: „Zij bonden mij vast aan mijn bed. Zij sloegen mij over mijn hele lichaam.” Hij werd wekenlang elke dag geslagen, aldus Hausvicka. Agenten van de militaire politie van het JNA gebruikten daarbij volgens hem ook slagstokken die elektrische schokken toebrachten.
Hausvicka werd gedwongen een lange bekentenis („een boek van vijftig bladzijden”) te tekenen die hij niet had gelezen. Van bewakers hoorde hij later wat er in stond. Zo zou hij in Dubrovnik Servische kinderen hebben gedood, hun ogen hebben uitgestoken en hun oren afgesneden. Volgens Hausvicka waren dat allemaal verzinsels.
Na Hausvicka werd C-1204 opgeroepen, een Kroaat die in oktober 1991 de Servische verovering overleefde van het dorp Lovas, vlakbij de grens tussen Servië en Kroatië. De man werd met de codenaam C-1204 aangeduid om zijn identiteit te beschermen.
Bij de verovering van Lovas werden al ongeveer twintig mensen doodgeschoten, aldus C-1204. Enkele dagen later werd hij met een groep van enkele tientallen weerbare mannen een mijnenveld ingedreven. C-1204 overleefde het bloedbad en moest vervolgens helpen bij het opruimen van de doden. Volgens de VN-aanklagers die later het massagraf openden, zijn op het mijnenveld van Lovas meer dan twintig doden gevallen.