Opinie

Stop discussie over percentages

Onrecht afkopen met geld, dat is wat veel politici lijken te doen in verkiezingstijd. De huidige discussies over ontwikkelingssamenwerking komen de armsten echter niet ten goede.

Ir. C. Visser
10 January 2003 15:51Gewijzigd op 14 November 2020 00:03

In deze verkiezingstijd vliegen de percentages en de euro’s ons om de oren. Moet er 0,7 of 0,8 procent van het bruto nationaal product naar ontwikkelingssamenwerking? De VVD wil stoer doen, echt bezuinigen en terug naar de 0,7 procent. Voor Balkenende (CDA), die het sociale gezicht van zijn partij nog enigszins hoog wil houden, is dat absoluut onbespreekbaar. Niemand mag aan zijn 0,8 procent komen. De ChristenUnie en de SGP pleiten zelfs voor 1,0 procent.

Natuurlijk is het mooi als er meer geld naar de armsten in de wereld gaat. Maar die discussie over het precieze percentage doet er niet zo veel toe. Belangrijker is om in te zetten op maatregelen die beter helpen. Want die zijn er genoeg. In de politiek neemt men elkaar veel te makkelijk de maat op grond van de hoeveel geld die naar derdewereldlanden moet. Armoede in derdewereldlanden is niet op te lossen met alleen maar geld geven, ook al gaat dat naar goede ontwikkelingsprojecten.

Handelsbelemmeringen
Er is veel meer aan de hand. Ontwikkelingssamenwerking is een zaak van gerechtigheid. Was het maar zo simpel dat ”zij” alleen maar arm zijn en ”wij” alleen maar rijk. Het Westen is deels rijk geworden dankzij of, scherper gezegd, over de ruggen van mensen in het Zuiden.

Het schrijnendst is dat het Westen nog steeds geld verdient ten koste van de armste landen. Door Europese subsidies op producten, met name landbouwproducten, kunnen deze onder de wereldmarktprijs gedumpt worden in derdewereldlanden. Daardoor hebben de plaatselijke producenten nauwelijks afzetmogelijkheden. Door het dumpen van gesubsidieerd melkpoeder is bijvoorbeeld een groot deel van de melkveehouderij op Jamaica te gronde gegaan.

Niet alleen de exportsubsidies staan een eerlijke handel in de weg, er is ook sprake van importheffingen op enkele producten uit het Zuiden. Daardoor kunnen bijvoorbeeld bananen en textiel uit armere landen niet concurreren tegen de eigen productie. En wat te denken van de uiterst merkwaardige afspraak die soms wordt gemaakt met landen waaraan Nederland hulp aan geeft: zij moeten dan producten uit Nederland kopen of zijn verplicht hun producten naar Nederland te exporteren.

Afschaffing van al die handelsbelemmeringen levert volgens het Landbouw-Economisch Instituut jaarlijks 40 miljard dollar op voor de armste landen. Novib komt zelfs uit op 100 miljard dollar. Daar steekt de ongeveer 4 miljard dollar van de Nederlandse regering aan ontwikkelingssamenwerking schril bij af. Maar daar hoor je in verkiezingstijd maar weinig over.

Gerechtigheid
Gerechtigheid is soms vervelend, want het is vaak een dure oplossing. Ondanks het feit dat in de verkiezingsprogramma’s behartigenswaardige woorden staan over handelsbelemmeringen, steunen CDA, LPF en VVD in de praktijk liever de Nederlandse economie of landbouw dan dat ze opkomen voor eerlijke kansen voor derdewereldlanden.

Natuurlijk is het legitiem om op te komen voor het belang van het eigen land. Ook de ChristenUnie wil de Nederlandse economie stimuleren en pleit voor het instandhouden van het boerengezinsbedrijf. Maar niet als daardoor elementaire noties van gerechtigheid in het gedrang komen. Het blijft schrijnend dat Europese koeien per dag meer subsidie krijgen dan honderden miljoenen mensen op deze aarde aan loon verdienen.

Als we iets aan die situatie willen doen, kost dat wat. Afbouwen van de subsidies heeft negatieve gevolgen voor onze economie en onze landbouw. Het toelaten van producten uit derdewereldlanden zonder importheffing doet onze concurrentiepositie op een aantal gebieden geen goed. Maar onrecht koop je niet af met 0,7 of 0,8 procent van ons bnp, hoe goed deze hulp op zichzelf ook is.

We moeten af van de goedkope discussies over ontwikkelingssamenwerking. Politici moeten het goede voorbeeld geven, ook in verkiezingstijd. Zij moeten mensen duidelijk maken dat het in de politiek niet alleen gaat om het -materiële- belang van de Nederlandse burger, maar dat politiek draait om het algemeen belang, gerechtigheid in de breedste zin van het woord. Politici moeten hun leiderschap tonen en onrecht aan de kaak stellen; niet het onrecht afkopen, maar de handelsbelemmeringen uit de weg ruimen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer