Cultuur & boeken

Verlangen naar het Vaderland slijt uit

Het besef van het vreemdelingschap op aarde en het verlangen naar de hemelse heerlijkheid, het Vaderland, is aan het afnemen. Vroeger werd er gezegd bij het sterfbed van moeder: „Moeder is er bijna.” Maar nu klinkt het: „Moeder is er bijna geweest.” De visie op het aardse bestaan is veranderd. Niet alleen in de wereld, maar ook in de kerk.

Drs. I. A. Kole
6 May 2009 08:39Gewijzigd op 14 November 2020 07:51
De mens is een doortrekkende reiziger en –als het goed is– vreemdeling op de aarde, want „onze wandel is in de hemelen.” Foto ANP
De mens is een doortrekkende reiziger en –als het goed is– vreemdeling op de aarde, want „onze wandel is in de hemelen.” Foto ANP

Prof. dr. A. de Reuver schonk eerder dit jaar in het kader van het Studium Generaleprogramma van Driestar educatief aandacht aan het thema vreemdelingschap. Zijn bijdragen zijn gebundeld als deel 9 in de serie ”Studium Generale”.De hoogleraar benadrukt dat de mens steeds meer leeft voor het hier en nu. „Het besef van transcendentie, dus van een werkelijkheid die onze menselijke maat en grens te boven gaat, heeft plaatsgemaakt voor een levensbeschouwing waarin alleen de dimensies van lengte en breedte gelden. Het bestaan is plat geworden, zonder hoogte en diepte, zonder hoop.” En ook: „Waar het perspectief op de eeuwigheid verdwijnt en het besef van vreemdelingschap verbleekt, is er iets mis met de kerk, grondig mis.”

Aan de hand van werken van zeven bekende theologen laat de lector zien dat zij allen het besef hadden door de tijd op weg te zijn naar de eeuwigheid. Aan de orde komen Augustinus, Bernard van Clairvaux, Thomas a Kempis, Maarten Luther, Johannes Calvijn, Willem Teellinck en Herman Friedrich Kohlbrugge.

Loutering

In een korte beschrijving geeft de schrijver aan hoe de desbetreffende personen dachten over de vraag hoe het is om in de tijd op weg te zijn naar de eeuwigheid, naar het hemelse Vaderland. Voor hen gold: het Vaderland lokt. Enkele citaten.

„Wie het verblijf in den vreemde aanlokkelijk vindt, die heeft het Vaderland niet lief. Maar als het Vaderland lokt, dan is het verblijf in den vreemde bitter” (Augustinus).

„Hoe groot is toch Gods gunstbetoon, dat Hij voor de mens een Vader wil zijn! Wat een eer voor mensen, dat zij kinderen en erfgenamen Gods mogen zijn” (Clairvaux).

„Ge moet op aarde nog gelouterd worden en in veel dingen geoefend. Wel wordt u bij tijd en wijle een vertroosting geschonken, maar de overvloedige verzadiging wordt u nog niet toegestaan” (Thomas a Kempis).

„Weg met al het overige. Opdat ik als erfgenaam binnenkomen mag bij mijn getrouwe God en Zaligmaker, van Wie alleen de zaligheid is en Die ook alleen wonderen doet. Hem zal ik loven. Zijn naam alleen zij verhoogd” (Kohlbrugge).

„Laat ons altijd op het einddoel zien dat Gij ons voorhoudt, totdat wij onze loop voleindigd hebben in de heerlijkheid die Uw eniggeboren Zoon ons door Zijn bloed heeft bereid” (Calvijn).

Over de visie van Luther en Teellinck op de jongste dag en het leven daarna schrijft De Reuver: „Die dag wist Luther nabij en ophanden. Niet omdat hij de datum kon berekenen. Ook al zou de toekomst van Christus trouwens op zich laten wachten dan nog zal ieder bij het sterven in zekere zin zijn eigen jongste Dag beleven.” En: „De tijdbetrokkenheid die Teellinck eigen was, doofde het vuur van het eeuwigheidsverlangen niet uit, maar joeg het veeleer aan.”

Mijding en wijding

De Reuver durft ook heldere conclusies te verbinden aan het vreemdelingschap: „Dat we vreemdelingen en bijwoners zijn, wil in geen geval zeggen dat we vreemd zouden zijn aan de noden van de wereld.” „Christelijke vreemdelingschap heeft vooral naar Calvijns model, een diaconale en missionaire spits en evenzeer een sociale.” „Vreemdelingschap en rentmeesterschap sluiten elkaar niet uit, maar in.” „Levend vanuit die verwachting geldt: Al Zijn pelgrims wacht Hij op, aan de oevers van het Vaderland.”

De schrijver heeft kennis, doorleefde kennis van het onderwerp, waarvan hij enkele aspecten bespreekt. Hij is pastoraal en heel betrokken op het onderwerp en op de mensen over én aan wie hij schrijft.

Het gaat om een heel wezenlijke vraag: hoe functioneert in ons leven het besef van vreemdelingschap en het verlangen naar het Vaderland? We zijn immers wel in de wereld, maar niet van de wereld.

Dagboek

Deze uitgave is uitstekend geschikt om als dagboek te worden gelezen. Ook is het heel goed mogelijk om met deze bundel een aantal avonden in (bijvoorbeeld) Bijbelstudiekring met dit onderwerp bezig zijn. Tevens is het boekje heel geschikt voor leerlingen van de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor mbo/hbo-studenten die over dit onderwerp, het leven vanuit de Toekomst, een inleiding willen houden of het willen bespreken.

N.a.v.: ”Verlangen naar het Vaderland”, door dr. A. de Reuver; uitg. Groen, Heerenveen, 2009; ISBN 978 90 5829 924 6; 110 blz.; € 9,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer