Benoeming legerimam terecht
De benoeming van de legerimam Ali Eddaoudi is doorgegaan. Terecht, vindt Joël Voordewind, die de opstelling van de Kamerfracties van CDA en SGP niet begrijpt.
Het Eddaoudidebat was een spannend debat en een nog spannender stemming in Tweede Kamer: over de eerste twee islamitische geestelijke verzorgers die Defensie had aangesteld. Een van hen, Ali Eddaoudi, was op slag beruchter dan alle christelijke en humanistische beroepsgenoten die hem zijn voorgegaan. Mijn onderbuik had z’n analyse gauw klaar: deze figuur kan niet geschikt zijn om onze manschappen geestelijk bij te staan.Tot zover mijn primaire reflex; de politieke weging van een en ander had wat meer tijd nodig. Hoewel, de andere twee christelijke Kamerfracties, CDA en SGP, waren er snel uit. Contract of geen contract, Ali Eddaoudi moest per ommegaande worden ontslagen. VVD’er De Krom, die samen met collega Verdonk een motie aankondigde waarin hij eiste dat de aanstelling ongedaan gemaakt zou worden, kreeg behalve van de PVV bijval van de defensiewoordvoerders van CDA (Knops) en SGP (Van der Staaij).
Voor de SGP stak er wel een graat in de motie: De Krom en Verdonk begonnen met de uitspraak „dat het vanzelfsprekend is dat er geestelijk verzorgers binnen Defensie werkzaam zijn, van welke geloofsovertuiging dan ook, en dus ook geestelijk verzorgers die Defensiepersoneel met een islamitische geloofsovertuiging sociaal en spiritueel kunnen bijstaan.” Dat was een stelling waarvan ik de redelijkheid nog wel wil inzien. Ook de ChristenUnie vindt dat moslims binnen onze krijgsmacht –en dat zijn er steeds meer– recht hebben op geestelijke verzorging die aansluit bij hun persoonlijk geloof. Maar de SGP kwam door deze aanhef in conflict met haar eigen theocratische visie, een visie die erop neerkomt dat de overheid valse godsdiensten moet weren. Dus niet de bouw van moskeeën en de stichting van islamitisch onderwijs toelaten, en zelfs geen humanistische geestelijk verzorgers.
Opmerkelijk is dat de SGP nu in een dagbladadvertentie aan deze visie refereert: „Het standpunt van de SGP is bekend. (…) Om die reden stemde de SGP ooit tegen de benoeming van humanistische raadslieden in de krijgsmacht. Om diezelfde reden tekent de SGP nu protest aan tegen de benoeming van imams.” Maar dat protest klonk bepaald niet door in de motie-De Krom/Verdonk, waarin islamitische aalmoezeniers een vanzelfsprekendheid heetten.
Columns
Waarom heeft de ChristenUnie na rijp beraad niet voor het ontslag van Ali Eddaoudi gestemd? Ten eerste omdat de man publiekelijk afstand heeft genomen van zijn eerdere uitspraken, waarvan ook wij met afschuw kennisnamen. U zegt misschien: „Dat is naïef! Hoe kan het wereldbeeld van de man in twee jaar zijn omgeslagen?” Maar voor ons als christenen moet vooropstaan dat we iemand serieus nemen die een- en andermaal herroept wat hij eerder schreef. Zelf heeft Eddaoudi verklaard dat hij zijn gewraakte columns schreef in reactie op „de oorlogszuchtige taal van Bush in de richting van de islam.” Die context billijkte zijn woorden allerminst. Of hij écht van gedachten is veranderd moet nu blijken in de loop van zijn jaarcontract.
Mijn tweede reden om principieel tegen het ‘Kamerontslag’ voor Eddaoudi te stemmen, lag in de argumenten waarmee De Krom, Verdonk en anderen het debat invlogen. Zij verweten Eddaoudi dat zijn uitspraken in strijd waren met „normen en waarden waarvoor de Nederlandse samenleving staat.” Dat is een gevaarlijke beperking van de vrijheid van meningsuiting. Zo lust ik er nog één: gaan we straks ook legerpredikanten ontslaan vanwege Bijbelse standpunten die tegendraads klinken ten opzichte van heersende opvattingen? Nederland heeft een democratische rechtsorde die moet worden gerespecteerd, maar geen meerderheidsmoraal die iedereen moet belijden. De vraag aan het CDA is in hoeverre godsdienstvrijheid ook voor niet-christelijke religies geldt. En aan de VVD hoe haar optreden zich verhoudt tot de juist door liberalen altijd verdedigde scheiding tussen kerk en staat. Deze motie zou een gevaarlijk precedent scheppen.
Een derde reden om onze parlementaire vingers niet te branden aan de aanstelling van een geestelijk verzorger ligt in de strikte scheiding van verantwoordelijkheden tussen het ministerie van Defensie enerzijds en de zendende instantie anderzijds waardoor Eddaoudi als kandidaat is aangedragen (het Contactorgaan Moslims en Overheid, CMO). De staatssecretaris had dit proces tussen CMO en Defensie beter moeten managen vóór de benoeming van Eddaoudi in het nieuws kwam.
Opmerkelijk was ten slotte dat de CDA-fractie voltallig vóór de motie-De Krom/Verdonk stemde. En daarmee een indirecte motie van wantrouwen steunde tegen de eigen staatssecretaris De Vries. De motie-De Krom/Verdonk kreeg uiteindelijk geen meerderheid.
Soms doet de vrijheid van godsdienst pijn, maar met deze uitslag werd wel het behoud van geestelijke vrijheid bevestigd. En dit is niet alleen in het belang van andere religies in Nederland, maar zeker ook voor het christelijk geloof.
De auteur is Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie.