Om de flinke groeiverwachting waar te maken, moeten de Nederlandse exporteurs zich dit jaar wel meer richten op sterk groeiende markten, aldus de NEC. Centraal-Europese landen als Polen en Slovenië bieden goede kansen, maar ook Canada, Australië en de Verenigde Staten zijn landen waar winst te behalen is, zo stelt de organisatie.

De NEC verwacht vooral groei door de toename van investeringen door bedrijven. „Veel ondernemingen hielden in 2002 de hand op de knip, maar zijn nu door hun voorraden heen. Dat zal de investeringen stimuleren en daarmee ook de export”, aldus J. van Dam, waarnemend directeur van de NEC, maandag op de nieuwjaarsbijeenkomst van zijn organisatie.

Hij merkt nu al onder de leden van de exportcombinatie, waaronder grote namen als Heineken en Farm Frites, dat ze meer orders krijgen uit het buitenland. De grootste toename verwacht de NEC echter later in het jaar.

Vorig jaar verwachtte de NEC een stabilisatie van de export. Uiteindelijk nam de uitvoer met 2,5 procent af tot 235 miljard euro. „We gingen toen uit van drie kwartalen waarin het minder zou gaan en een vierde kwartaal dat het hele jaar weer op peil zou brengen”, zo verklaart Van Dam de misrekening. „Dat laatste is echter uitgebleven.”

Met een verwachte groei van 5 procent in 2003 blijft de Nederlandse export achter bij de groei van de wereldhandel. Die zal naar verwachting met 7 procent toenemen. Volgens Van Dam heeft dat te maken met de verslechterde concurrentiepositie van Nederland in vergelijking met andere landen.

Omdat de export voor 40 procent bestaat uit zogeheten wederuitvoer drukt de mindere vraag naar Nederlandse spullen slechts voor een deel de totale uitvoer. Wederuitvoer is de export van producten waar tussen im- en export in Nederland niet of nauwelijks iets mee wordt gedaan. Dit ’schuiven met dozen’ is in de laatste jaren sterk toegenomen.