Nieuwe verhalen over Vlieland
Titel:
”Laatste seizoen”
Auteur: Vonne van der Meer
Uitgeverij: Contact, Amsterdam, 2002
ISBN 90 254 1125 8
Pagina’s: 200
Prijs: € 15,80. Vonne van der Meer heeft nog altijd geen genoeg van Vlieland. Na ”Eilandgasten” en ”De avondboot” ligt nu het derde boek met Duinroos-verhalen in de winkel: ”Laatste seizoen”. Opnieuw trekken allerlei mensen voorbij die met vallen en opstaan leren in het reine te komen met zichzelf, met de wereld, met God.
Sinds haar overgang tot het rooms-katholicisme kijken de critici van de grote kranten en opiniebladen met argusogen naar het werk van Vonne van der Meer. Veelzeggend is het slot van de bespreking van ”Laatste seizoen” in Vrij Nederland, door Tomas Vanheste: „Het probleem van deze trilogie is dat je de schrijfster volop ziet sjorren om haar personages overeind te hijsen. Ieder personage wordt gered. (…) Zonde dat ze haar onmiskenbare talent in suggestief, stijlvol proza complexe personages te tekenen opoffert aan de drang de heilsboodschap te brengen.”
Die opvatting zie je ook in andere recensies terug. Jammer, jammer dat Vonne christelijk geworden is. Ze schreef zulke prachtige erotische verhalen, en nu wordt ze ineens wereldvreemd en belerend. Elsbeth Etty: „Haar door en door fatsoenlijke personages proberen te leven volgens de normen van een tijd waarin echtscheiding onoverkomelijk leek, overspel onbespreekbaar was, op abortus een taboe rustte en God nog leefde.” Voor de duidelijkheid: dat alles beleeft Etty als een groot minpunt.
Zelfkennis
Voor de lezer uit de gereformeerde gezindte ligt het wellicht omgekeerd. Wat Etty als ”terug naar de jaren vijftig” ervaart, is nog altijd niet zo gewoon in reformatorisch Nederland. Mensen die lijden aan hebzucht, leugenachtigheid of vooroordelen, akkoord. Maar vrouwen die iets hebben met getrouwde mannen, die een abortus overwegen, die de ene relatie na de andere afwerken? Niet iedereen vindt dat herkenbaar - al kun je je in geval van onbegrip best afvragen of je wel over voldoende zelfkennis beschikt.
In elk geval lijkt het me juist de kracht van Vonne van der Meer dat ze haar personages compleet met hun geheimste gedachten en gevoelens neerzet. Zonder ze mooier te maken dan ze zijn: heel gewone mensen, niet bijzonder deugdzaam, niet bijzonder slecht. Herman en Betty Slaghek die hun zinnen hebben gezet op een mooi huis op Vlieland - maar daarvoor hebben ze het geld nodig van Betty’s vader, die weliswaar op sterven ligt maar nog niet overleden is. Martine die verliefd wordt op Joost - en ter wille van hem doet alsof ze een dochtertje heeft. Hans die door zijn vriendin getrakteerd wordt op een verrassingsuitje - en daarbij nota bene in hetzelfde huis terechtkomt als waar hij zijn vorige vriendin aan de dijk gezet heeft. Kirsten die in haar eentje vakantie houdt op Vlieland - terwijl haar vriend op de Veluwe te midden van zijn familie zijn vijfentwintigste huwelijksdag viert.
Welk verhaal je ook opslaat, de personages leiden een leven dat hoe dan ook ingewikkeld in elkaar zit. Net echte mensen, zeg maar. Elke dag opnieuw maken ze grote en kleine keuzes, en daarmee plaatsen ze zichzelf in een ontwikkeling ten goede of ten kwade. Want dat is heel duidelijk bij Vonne van der Meer: het is niet onverschillig wat je doet. Als je Gods geboden overtreedt, bezorg je jezelf hoe dan ook problemen. En een wending ten goede in het leven van de hoofdpersonen heeft onvermijdelijk te maken met een moment van inzicht, om niet te zeggen een proces van inkeer.
Verrassingen
Niet ten onrechte wordt de schrijfster dus beschuldigd van het brengen van een ”heilsboodschap”. Alleen: waarom zou je dat negatief moeten waarderen? Omdat het in strijd is met het echte leven? Dat geloof ik toch niet. Goed en kwaad, normen en waarden, conflicten tussen plicht en liefde, verlangen en verantwoordelijkheid - allemaal heel herkenbaar. Dat de hoofdpersonen met vallen en opstaan tot het juiste inzicht gebracht worden is vanuit moreel oogpunt óók zo slecht nog niet: juist personages met wie je je als lezer kunt identificeren, helpen je bij het maken van je eigen keuzes - toch een belangrijke functie van literatuur.
Dus blijft er maar één vraag over: Hoe realistisch is het dat het met álle personen goed komt, dat iedereen een stapje verder komt op zijn levensweg? Dat is een vraag waarmee ik als lezer blijf zitten. Wellicht is dat toch ook de reden dat Elsbeth Etty de verhalen te zoetelijk vindt, en dat Robert Anker -in Het Parool- denkt dat na drie verhalenbundels de rek er wel een beetje uit is. Dat laatste is wel waar. ”Laatste seizoen” biedt mooie verhalen, waaraan je een positief gevoel overhoudt, maar na ”Eilandgasten” en ”De avondboot” moet je als lezer niet te veel verrassingen meer verwachten. ”Eilandgasten”, dat was iets nieuws, dat was een origineel idee. Maar bij de derde verhalenbundel over Vlieland kun je slechts genieten van de herkenning van het vertrouwde concept.
Hopelijk besluit Van der Meer binnenkort haar krachten weer eens te wijden aan een roman. De karakters en problemen die in deze verhalen aan de orde komen, zijn toch onuitputtelijk? Wat mij betreft: graag uitvoeriger beschouwing! Martine, die in alledrie de eilandboeken terugkeert, bewijst dat de schrijfster zo’n groter verhaal prima aankan.