Monarchie te zware last
In de monarchie zitten ondemocratische en idolate trekjes, vindt Nico van der Voet. Maar al had de monarchie alleen maar voordelen, de last ervan kunnen we één familie niet levenslang opleggen.
Op Koninginnedag wil ik mijn waardering uitspreken voor het Huis van Oranje. Die deel ik met de meeste Nederlanders. De Oranjes hebben de eeuwen door veel goeds gedaan voor Nederland, al hebben ze ook fouten gemaakt. Daarover wil ik het niet hebben. Ik begrijp echter niet waarom de monarchie zoals wij die kennen altijd buiten de discussie gehouden wordt in orthodox-protestantse kring. Ik laat daarom een wat kritischer geluid horen.God, Nederland en Oranje horen net zo goed en net zomin bij elkaar als God, de Verenigde Staten en hun president. In Amerika hebben ze gedankt dat ze daar een vrije republiek konden beginnen met een eerste president in 1789. Wij hadden in Nederland als een van de eerste landen, vanaf 1588, een republikeinse staatsvorm: de Republiek der zeven Verenigde Nederlanden.
Napoleon heeft in 1806 de monarchie hier ingesteld met zijn broer Lodewijk als koning. Sinds 1813 leveren de Oranjes de koningen. Zo is het gegaan. Het Koninkrijk van God is in Amerika niet méér zichtbaar dan in Nederland of andersom.
De Grondwet beperkt de macht van een koning(in). Dat maakt de monarchie acceptabel in een democratie. Toch blijft er iets vreemds. Blijkbaar is toch niet iedereen gelijk. Puur door geboorte heeft één familie de hoogste positie in de samenleving en daarmee aanzien, invloed en inkomen.
Keurslijf
Is de consequentie van een democratie niet dat ieder gelijke kansen moet hebben om door inzet en verdienste de hoogste ambten te bereiken? Politieke ambten verkrijg je bovendien na verkiezingen. Zó komen we aan een minister-president. Waarom dan een uitzondering voor het allerhoogste ambt?
De macht van vorsten is tegenwoordig beperkt, maar dan nog blijft de dreiging dat we door erfelijkheid onbekwame mensen langdurig op de troon krijgen. Daarmee is geen land gediend. Ik lees in de Bijbel dat wij de overheid die we hebben, moeten respecteren. Ik lees echter nergens dat een erfelijk koningschap de beste staatsvorm oplevert.
De monarchie van nu is een mentaal keurslijf voor het vorstenhuis. Ze is een symbool om rust en stabiliteit in het land te handhaven. De vorst staat boven de partijen. Daartoe moeten de leden van het Koninklijk Huis symbolen blijven en mogen ze vooral geen eigen opvattingen ventileren.
Vorsten mogen het land vertegenwoordigen, op humanitair terrein meeleven, allerlei bezoeken afleggen. Verder moeten ze vooral zwijgen. Een vorst mag slechts wetten die anderen maken ondertekenen. Dit is vreemd in een democratie, waarin ieder vrij is zijn godsdienstige en politieke opvattingen te uiten. Feitelijk offeren wij de vrijheid van één familie op aan het landsbelang.
Er is ook nog het keurslijf van koninklijke plichten en tradities en van de beveiliging. Vorsten kunnen met hun geld doen waar ze zin in hebben en alle plaatsen in de wereld bezoeken. Vorsten en naaste familieleden kunnen tegelijk in eigen land nooit zichzelf zijn en doen waar ze zin in hebben, zonder alert te zijn op dreiging en zonder achtervolgd te worden door mensen met fototoestellen.
Er is ook nog het keurslijf van het niet kunnen kiezen van een eigen beroep door de kroonprins(es). Presidenten kíézen voor een keurslijf voor een paar jaar. Een koninklijke familie zit levenslang gevangen in een gouden kooi. Dat vind ik inhumaan.
Zonnebrillen
Het vorstenhuis roept warme gevoelens op. Nationale emoties worden erdoor gekanaliseerd. De manier waarop wij omgaan met vorstenhuizen lijkt echter soms op idolatrie – afgodendienst. Een citaat van een journalist Koninklijk Huis in Visie (januari 2009): „Willem-Alexander wordt straks koning, dat is toch magisch!”
Bladen over het Koninklijk Huis gaan over alle mogelijke zaken: juwelen, zonnebrillen, avondkleding, relaties en huwelijkskansen van koninklijke personen. De inhoud draait grotendeels om de lichamelijke schoonheid van de vrouwelijke royalty’s. Er worden lijstjes gemaakt van de populairste mensen met blauw bloed. Het leidt bij mij niet tot meer waardering voor het verschijnsel monarchie.
Ik vat samen. Hoe tevreden wij ook zijn met het Huis van Oranje, in de monarchie zitten ondemocratische, inhumane en idolate trekjes die tot nadenken stemmen. Mijn belangrijkste gedachte blijft echter: al zou de monarchie alleen maar voordelen kennen, de last ervan kunnen we niet één familie levenslang opleggen.
Vroeger was het volk bezit van de koning. Tegenwoordig is de koning met zijn familie bezit van het volk. Met beide heb ik moeite. Dat zijzelf ook vreugde beleven aan hun bestaan, doet daaraan niets af.
De auteur is docent ethiek en pastoraat aan de Christelijke Hogeschool Ede.