Slogan valt niet in goede aarde
De verontwaardiging is groot. Er is zelfs al een klacht ingediend bij de Reclame Code Commissie. In navolging van busreclames in Londen is er langs de A4 bij Schiphol een bord geplaatst met de tekst: ”Er is waarschijnlijk geen God. Durf zelf te denken en geniet van dit leven!”
Maar wie is er eigenlijk begonnen met het plaatsen van zulke borden langs de openbare weg? Al heel lang duiken her en der in den lande –vaak in weilanden– borden op met teksten als ”Jezus kent u wel!”, ”God is liefde”, ”Wie in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven” en ”Jezus houdt van U”. Zelfs in Amsterdam worden gevels benut om een religieuze boodschap door te geven.Afgezien van het feit dat sommige teksten discutabel zijn, is het de vraag of zulke borden enig nut hebben. Denken de plaatsers echt dat ze door zulke religieuze oneliners anderen voor het Evangelie winnen? Natuurlijk kan een (Bijbel)tekst iemand die ‘toevallig’ passeert in het hart raken. Maar het omgekeerde is misschien veel vaker het geval. Hoeveel mensen zullen zich niet ergeren aan deze uit hun context gerukte boodschappen? God is liefde? Ha, dat zal wel. Kijk eens om je heen, dan zie je wel wat anders. Jezus houdt van mij? Laat ik daar nou niet op zitten te wachten.
Kom dan niet te snel aan met 1 Korinthe 1:23, waar staat dat Christus, de Gekruisigde, de Joden een ergernis is en de Grieken een dwaasheid. Het feit dat mensen zich ergeren, wil nog niet zeggen dat de manier van evangeliseren per definitie goed is. Christenen zijn weliswaar niet verantwoordelijk voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk, maar wél voor de manier waarop ze ambassadeur zijn. Jezus heeft Zijn discipelen de wereld ingestuurd om mensen „te onderwijzen”, niet om borden langs de weg te plaatsen of stickers op autobumpers te plakken.
Er is een les te trekken uit Jezus’ gelijkenis van het zaad. Het komt er heel precies op aan waar het zaad van het Evangelie wordt gestrooid: niet op rotsachtige grond, niet bij de weg(!) en niet op plaatsen waar doornen groeien. Het Woord moet in goede aarde vallen. Het is te kostbaar om mensen te pas en te onpas mee te confronteren; het moet worden verkondigd, uitgelegd en toegelicht. Parels mogen niet voor de zwijnen worden gegooid.
En je zúlt maar net op straat zijn gezet vanwege de kredietcrisis of bij de dokter een slecht bericht hebben gekregen, en dan dat bord tegenkomen: ”God is liefde”.
Het komt mij voor dat die bordenplaatserij voortkomt uit een verkeerde houding die veel christenen kenmerkt: wij vertellen de wereld wat moet en wat niet moet. De buurman die op zondag zijn auto wast krijgt een vermaning of een afkeurende blik. De collega die een bioscoop bezoekt kan rekenen op een opgeheven vinger. En als ze niet luisteren, dan hebben wíj in elk geval onze plicht gedaan. We wassen onze handen in onschuld. De farizeeërs hadden daar in Bijbelse tijden al een handje van en zo’n houding heeft al veel schade berokkend.
Laten christenen, voordat ze hun mond opendoen en voordat ze een visje achter op hun auto plakken, eerst nadenken over de vraag wat het werkelijk betekent om christen te zijn. ”Goede aarde” vraagt om goede zaaiers. Dat zijn geen mensen die met een sticker rondlopen waarop ”Ik ben christen” staat. Dat zijn mensen aan wie je ziet en merkt dat ze christen zijn, ook zonder dat ze iets zeggen.
Zoals die christenen in de Vroege Kerk, van wie een anonieme heidense waarnemer schreef: „Ze vertoeven op aarde, maar ze zijn thuis in de hemel. Ze gehoorzamen de vastgestelde wetten, maar in hun eigen leven overtreffen ze die wetten. Ze houden van allen, maar worden door allen vervolgd.”
Reageren aan scribent? beeldenstorm@refdag.nl.