GM wil zich in de Verenigde Staten gaan richten op vier merken: Chevrolet, Cadillac, Buick en GMC. Eind 2009 zullen Saab, Saturn en Hummer verdwijnen, Pontiac uiterlijk in 2011. Het autoconcern halveert ook bijna zijn Amerikaanse dealernetwerk, van 6246 dealers in 2008 naar 3605 eind volgend jaar. Deze ingreep is forser en vindt veel sneller plaats dan GM in februari had voorgesteld. De Amerikaanse regering weigerde daarna structurele steun te geven, omdat het bedrijf niet hard genoeg ingreep in zijn activiteiten.

GM denkt met de maatregelen, die de kosten in de VS met 5 tot 7 miljard dollar moeten terugbrengen, volgend jaar quitte te kunnen draaien. Dit zal zelfs gebeuren als op de Noord–Amerikaanse markt maar tien miljoen auto’s op jaarbasis worden verkocht. Tussen 1995 en 2007 verkocht de auto–industrie er jaarlijks tussen de vijftien en zeventien miljoen auto’s. Daarna is de verkoop sterk gedaald door de inzakkende economie.

„We nemen harde, maar noodzakelijke maatregelen die cruciaal zijn voor de levensvatbaarheid van GM op de lange termijn”, zei topman Fritz Henderson maandag. GM waarschuwt zijn schuldeisers dat het faillissementsbescherming moet aanvragen als zij niet instemmen met het plan om schuldpapieren om te ruilen voor aandelen.

GM kreeg onlangs van de Amerikaanse overheid nog een noodkrediet van 2 miljard dollar om overeind te blijven. In totaal heeft het concern al ruim 15 miljard dollar aan staatssteun ontvangen. Meer steun is afhankelijk van GM’s bereidheid om harder te saneren.

De afgelopen jaren schrapte de autofabrikant al tienduizenden banen. Het bedrijf bleef echter kampen met te hoge kosten, onder meer door hoge uitgaven aan gezondheidszorg en afvloeiingsregelingen en een te omvangrijk dealernetwerk. In Europa heeft GM de handen afgetrokken van Saab en Opel. Fiat wordt genoemd als mogelijke koper van Opel.