Opmerkelijke conclusies door verlaat censura morum banken
Onlangs verscheen het rapport van de commissie-Maas waarin een analyse werd gemaakt van de lessen die banken moeten trekken uit de kredietcrisis. De opdracht tot de studie kwam van de Nederlandse Vereniging van Banken. De commissie die de studie verrichtte bestond uit de heer Maas, oud ING-bestuurder, de oud-bankiers De Swaan en Van de Goorbergh, en hoogleraar economie Eijffinger.
Met uitzondering van de laatste ging het dus om mensen gelieerd aan de banksector. Het is dus zo ongeveer een studie vóór en dóór bankiers. De commissie noemt zichzelf ‘volkomen onafhankelijk’. Merkwaardig. De schijn is tegen. Je moet toch ook de slager zijn eigen vlees niet laten keuren?Naast die hachelijke kant van het onderzoek kan er ook wel iets positiefs worden gezegd. De studie van Maas is vooral zelfonderzoek. Een soort censura morum dus. Censura morum dient er immers toe om in eigen gelederen toezicht te houden op en kritisch te kijken naar de zeden en de levensstijl. Dat kan door een derde gebeuren (de kerkenraad), maar het is onder ons een goed gebruik om bij jezelf te beginnen. Zo’n zelfonderzoek staat na alles wat er is gebeurd ook de bankiers niet slecht. Je zou nog kunnen twisten over de frequentie: moet dat 4 keer per jaar of 1 keer per 40 jaar?
Wat goed had gekund is dat de bankiers hun straatje met dit rapport zouden proberen schoon te vegen. Ze zouden dan erkennen ook zelf wel hier en daar een steekje te hebben laten vallen, maar toch vooral van zich af hebben gewezen. Bijvoorbeeld naar de hebzuchtige consument, de naïeve spaarders, de bubble op de huizenmarkt, het onverantwoorde gedrag van Amerika, etc. Gelukkig heeft men echter vooral naar zichzelf gekeken. Het rapport, dat de veelzeggende titel ”Naar Herstel van Vertrouwen” draagt, komt met een heel aantal aanbevelingen over wat er beter en anders moet. Overigens gaat het daarbij niet alleen om leningen. Het consumentenprogramma Radar hekelde laatst de koppelverkoop van onnodige verzekeringen door de DSB bank. Een praktijk die naar vooropgezette misleiding en oplichting riekt.
Ouderwest bankieren
Een van de aanbevelingen is dat bankiers ouderwets en degelijk moeten gaan bankieren, waarbij ze het belang van spaarders en klanten voorop stellen. Minister Bos reageerde instemmend. Toch is zo’n conclusie verstrekkend. Kennelijk erkennen de bankiers nu zelf dat ze eerder dus de klant en spaarder zijn vergeten en zich primair met andere dingen bezighielden. Dat is toch stuitend! Een andere aanbeveling is dat bankiers zelf moeten begrijpen welke producten en diensten ze leveren. Ze moeten daarom een verplicht examen doen voordat ze aan hun werk beginnen. Maar gebeurde dit dan niet zo vraag je je af. Als je iets zelf niet begrijpt, hoe kan je het dan aan een ander uitleggen?
Of het vertrouwen van spaarders en klanten met deze studie en haar aanbevelingen zomaar is teruggewonnen staat nog te bezien. De goede bedoelingen die in het rapport klinken maken het alleen nog geen zomer. Wie gaat er voor zorgen dat er ook werkelijk goed gehandeld wordt? Bovendien gaat het niet alleen om een vertrouwensbreuk tussen de bank en haar klant. De banken vertrouwen nu zelfs elkaar maar half meer. Dat draagt bij aan de stokkende kredietverlening.
Het rapport geeft expliciet aan dat zelfanalyse geen zelfregulering betekent en erkent de eigen verantwoordelijkheid van de overheid als toezichthouder. Wel zien ze liefst dat die niet zelf aan het bankieren slaat. De overheid moet haar toezichtverantwoordelijkheid ook oppakken. Een parlementaire enquêtecommissie moet maar verder aan het licht brengen waar het fout is gegaan met dit toezicht. Want ook de overheid, of liever gezegd, de centrale bank heeft toch gefaald als het zo mis gaat.
Volkswoede
De Amsterdamse econoom Den Butter heeft terecht gezegd dat er nog meer analyse nodig is. Waarom hebben ‘kleine misstappen’ of locale problemen toch zulke enorme verstrekkende wereldwijde gevolgen gekregen? Op dat punt liggen er een aantal vragen die we nog niet voldoende begrijpen. Inzicht daarin is wel nodig indien men de stabiliteit van het financiële systeem als geheel veilig wil stellen. En daar gaat het toch primair om. Het toezicht moet niet alleen geïntensiveerd worden, maar waarschijnlijk ook vooral hervormd worden. Daarvan afgeleid moet dan worden bepaald welke regels aan de banken worden opgelegd
De volkswoede richtte zich de afgelopen tijd vooral tegen de gehanteerde beloningssystemen en bonusregelingen. En er is alle reden voor de overheid om daarin regelend op te treden. Alleen, geld is een raar goedje. In zichzelf is het weinig waard: de papierprijs van een 50 eurobiljet is waarschijnlijk nog geen 5 cent en er is niet eens wind nodig om zo’n briefje toch al weg te blazen. Maar wanneer het door je handen glijdt kan het de gedaante van een afgod, de mammon, aannemen. Dat wil zeggen dat het heel gemakkelijk tot een macht kan worden die met je op de loop gaat. De Bijbel waarschuwt daar niet voor niets tegen. En die waarschuwing is niet alleen aan bankiers gericht!
De auteur is universitair docent aan Wageningen Universiteit. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.