Op weg naar Koninginnedag
In heel Nederland is te merken dat 30 april eraan komt, Koninginnedag. Dorpspleintjes worden schoongeveegd, burgemeesters poetsen hun ambtsketen op en hun vrouwen gaan een keer extra naar de kapper. De koningin van dichterbij beleven betekent nu eenmaal zelf een beetje voor koningin spelen. Het aureool dat rondom haar hangt mogen we op die dag eens zelf uitproberen.
De christelijke gemeente is na Pasen ook in zekere zin op weg naar koningsdag. Want zo kun je Hemelvaart toch typeren, als de dag waarop de opgestane Heere Zijn plaats inneemt als Koning van de kerk. En niet alleen het kerkelijk jaar, heel het christenleven is in wezen niets anders dan op weg zijn naar koningsdag, de dag waarop de kerk niet meer in geloof, maar in aanschouwen haar Koning mag ontmoeten.Intussen gaat het er bij die voorbereiding wonderlijk aan toe. In de eerste plaats omdat de hemelse Koning er uiteindelijk zelf voor zorgt dat zijn onderdanen koninklijk gekleed gaan, door hen te bekeren tot een liefedevol en rein leven.
Maar er is nog iets wat op die weg verandert. Dat is het licht waarin ze de aardse dingen gaan bezien, en daarmee ook het zicht dat ze erop krijgen. Christenen kijken vanuit het perspectief van Pasen naar alles wat om hen heen gebeurt. En daarbij gaat er een wereld voor hen open.
Op weg naar hun koningsdag gaan ze koninklijke glans vanuit het oogpunt van Christus’ opstanding beleven, en dat houdt in dat ze die glans op heel andere plekken opmerken dan de wereldse mens doet. Die staart zich blind op de glans waarmee bijvoorbeeld aardse vorsten zich omringen. Een pracht waarin die mens zichzelf graag ‘meespiegelt’. In het licht van Pasen wordt die evenwel ontmaskerd als doods, leeg en ijdel.
Opstandingsglans is namelijk van een totaal andere orde. Die schittert op plaatsen waar het publiek liever niet komt, omdat er naar aardse maatstaven helemaal niets glanst of glimt, maar waar het dof, vuil en muf is, eentonig of saai. Het zijn de achterkamertjes in tehuizen, waar chronisch zieken liefdevol verpleegd worden. Het is daar waar ouders of anderen uit de gemeente een gehandicapte helpen of chronisch zieken verzorgen. Het is daar waar hulpverleners aandacht vragen voor slachtoffers van oorlog en armoede.
In onze tijd, waarin de beeldcultus domineert, zijn ze nauwelijks nog interessant, maar voor christenen zijn ze dat des te meer, omdat ze anders denken over wat mooi is. Maar vanzelfsprekend is dat niet. Daarom mag een christelijke gemeente zich wel grondig laten onderzoeken zodra juist deze groepen –minder begaafden, zieken, ouderen– zich niet opgenomen weten in de gemeente. Want als het goed is, gaan christenen niet alleen vanuit Pasen denken, ze gaan er ook vanuit leven. De Heere Jezus heeft ons niet gevraagd om hier op aarde alvast onze mooiste kleren aan te trekken en ons straatje schoon te vegen. Integendeel, koningsdag tegemoet gaan betekent vuile handen maken.
Reken er maar op, er trekt straks een onooglijke stoet voorbij aan het hemels bordes. Maar dat geeft niet. Zo willen ze het. Zo wil Hij het.