Ter Horst roept op om foto te maken van geweld
Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken roept mensen op om foto’s met hun mobiele telefoon te maken als ze getuige zijn van geweld tegen hulpverleners.
Uit een steekproef van het ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat 20 tot 40 procent van de burgers wel eens of geregeld getuige is van agressie of geweld tegen werknemers met een publieke taak, zoals politieagenten, ambulancepersoneel en conducteurs. Volgens Ter Horst is het belangrijk om in zo’n geval „iets te doen.”Acties waar ze aan denkt: het bellen van 1-1-2, het nemen van een foto, of opnamen maken met een mobiele telefoon. De foto’s kunnen worden gebruikt in een rechtszaak.
„Ik vind niet dat wij van burgers mogen verlangen dat zij zich in gevaarlijke situaties begeven. Maar de burger die de moed heeft om politiemensen of andere werknemers met een publieke taak te helpen in dreigende of gewelddadige situaties, verdient onze steun”, zo schreef Ter Horst dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer.
De bewindsvrouw viel daarmee de Amsterdamse hoofdcommissaris Welten bij. Eerder deze maand had Welten gezegd dat burgers in bepaalde situaties de politie kunnen bijstaan.
Dinsdag debatteerde de Tweede Kamer over de aanpak van geweld. Ter Horst merkte op dat werknemers met een publieke taak hun werk mogen staken als zij zich ernstig bedreigd voelen. „Ik denk dat dat een heel belangrijke bescherming is van werknemers”, zei de minister.
De meeste partijen wezen op de verantwoordelijkheid van werkgevers, bij het voorkomen van geweld, maar ook bij het verhalen van de schade en de nazorg. De SP lanceerde een „offensief voor meer veiligheid” met elf voorstellen. Zo moet er in elke treincoupé een alarmknop komen voor direct contact met de conducteur.
De PVV en Kamerlid Verdonk willen dat daders van geweld tegenover hulpverleners een boete krijgen. Verdonk denkt zelfs aan een boete van 10.000 euro.
Minister Hirsch Ballin van Justitie wees het voorstel af. „Er zijn geen vaste bedragen op dit terrein”, zo waarschuwde hij.