Opinie

Familierelaties

In de moderne samenleving zijn familierelaties nog steeds van grote betekenis. Het is waardevol dat mensen kunnen terugvallen op familiesolidariteit. Maar niet voor iedereen zijn die relaties positief. Komt dat doordat zij moeilijke mensen zijn of doordat zij anders zijn?

15 April 2009 08:00Gewijzigd op 14 November 2020 07:43

Prof. Aafke Komter (Universiteit Utrecht) presenteert in Mens & Maatschappij (84e jaargang, nummer 1) de resultaten van een onderzoek naar dit thema. Daarbij hebben de onderzoekers zich speciaal gericht op mensen die zich om wat voor reden weinig of niet verbonden voelen met hun familie.Dat kan te maken hebben met het gegeven dat zij leven vanuit een ander waardepatroon en daarom andere levenskeuzes hebben gemaakt, maar het kan ook zijn dat zij een moeilijke persoonlijkheid hebben. Dat laatste kan samenhangen met het feit dat zij opgegroeid zijn in een risicovolle familieomgeving. Op basis van gegevens uit de Netherlands Kinship Panel Study worden deze hypothesen getoetst.

Een negatieve familieachtergrond blijkt inderdaad een substantieel effect te hebben op latere gevoelens van acceptatie door de familie. Er was dan sprake van ouderlijke gezinnen waar echtscheiding, alcoholisme, ruzies, geweld en seksueel misbruik relatief vaak voorkwamen. Het gezin werd ook als weinig warm en begripvol ervaren.

Daarentegen blijkt de keuze voor een andere levensgang minder van invloed te zijn. Wel geldt dat wie zelf gescheiden is, zich in de familiekring minder geaccepteerd voelt. Kinderloosheid is wellicht ook van invloed. Religie wordt maar een enkele keer genoemd als struikelblok.

Overigens is de lage respons ook bij dit onderzoek een probleem. Het is begrijpelijk dat mensen er niet zo veel behoefte aan hebben de vuile was buiten te hangen.

Migrantenstudies (25e jaargang, nummer 1) bevat een artikel van Martijn de Koning, verbonden aan de Radbouduniversiteit, over de zoektocht van Marokkaans-Nederlandse jongeren naar de zuivere islam. Volgens hen bevat de islam van hun ouders te veel specifiek Marokkaanse elementen. Zij willen die islam deculturaliseren. Maar, aldus De Koning, ook die ”zuivere islam” is het product van een culturele context. Het idee van een zuivere islam wordt door de jongeren ingezet als een strategische keuze. Zo gaan meisjes beklemtonen dat de maagdelijkheidseisen ook voor jongens gelden. Andere opvattingen daarover worden als Marokkaans gediskwalificeerd.

De Koning waarschuwt voor het overnemen door wetenschappers van een dergelijke essentialistische aanpak. Een religie wordt dan ten onrechte gezien als een duidelijk herkenbare en niet veranderbare grootheid. In werkelijkheid is er sprake van een repertoire van mogelijkheden.

Zowel insiders als outsiders spelen een rol bij het beoordelen van echtheid, geloofwaardigheid, valsheid en ongeloofwaardigheid van bepaalde ideeën over de zuivere islam. Op internet splitsen jongeren zich op in verschillende online­gemeenschappen die zich baseren op religieuze gezagsdragers.

Het idee dat de islam in het hart zit, maar ook in de loop der jaren geleerd moet worden, geeft jongeren (en met name jongens) voldoende ruimte om in het dagelijks leven te schipperen en toch het idee van authenticiteit vast te houden. Ze zijn nog jong en daarom hoeft niet alles correct te zijn. Er is ruimte om te experimenteren. De culturele repertoires die zij meekrijgen van hun ouders, passen zij aan aan de eisen en verwachtingen van de tijd.

Denkwijzer (jaargang 9, nummer 1), een uitgave van de ChristenUnie, bevat een discussie over het gebruik van christelijke en algemene argumenten in het publieke debat. De liberale publicist Mark Reijman is van mening dat ook christelijke argumenten (al beschouwt hij die dan als ”non public reasons”) tot het politieke debat moeten worden toegelaten. De grens tussen public en non public reasons is poreus. Bovendien heeft elk tijdperk zijn eigen public en non public reasons.

Rouvoet maakt zich schuldig aan verhullend redeneren wanneer hij zegt dat hij slechts uit zeer sociale motieven voor handhaving van de Winkeltijdenwet is. Pas wanneer men iemands werkelijke motieven kent, kan men de kans inschatten om tot een compromis te komen.

De religieuze motivatie is niet zozeer het probleem. Er is wel een probleem als de overheid vindt dat zij mensen moet verbieden hun eigen keuzes te maken, bijvoorbeeld bij embryoselectie of winkelsluiting.

In zijn reactie stelt Guido Terpstra, fractievoorzitter van de ChristenUnie in Leiden, dat we de beeldvorming moeten bestrijden dat zondagssluiting van winkels een vorm van eigenbelang van christenen is. Het opleggen van de christelijke wil aan anderen is geen doel van christelijke politiek. Winkelsluiting op zondag moeten we verdedigen als een zaak van algemeen belang. Niet alleen kerkgang, ook familiebezoek, sportbeoefening en evenementen zullen teruglopen bij een zevendaagse economie. Die leidt tot individualisering en verkilling en dat is niet zoals God het bedoeld heeft. Dat is ook in te zien door mensen die God niet (er)kennen.

Dr. C. S. L. Janse, oud-hoofdredacteur Reformatorisch Dagblad.Reageren aan scribent? focus@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer