Chaos als PVV van Wilders de grootste wordt
De PVV als grootste partij levert volgens dr. Peter van der Heiden maar één ding op: bestuurlijke chaos.
De peilingen liegen er niet om: als er nu verkiezingen gehouden zouden worden heeft het er alle schijn van dat Wilders’ Partij voor de Vrijheid de grootste zou worden. Niet iedereen in Den Haag en in de rest van het land verheugt zich daarop, want de PVV is nu niet bepaald een partij als alle andere.Wat gaat er gebeuren als de PVV inderdaad op ongeveer dertig zetels komt? Wordt Wilders dan premier of wordt hij de leider van een enorme oppositiefractie?
De vraag is of er partijen zijn die samen met Wilders willen regeren. Hoe groot het enthousiasme daarvoor is, ondervond CDA-voorzitter Van Heeswijk deze week. Na zijn opmerking dat een kabinet van CDA met de PVV niet viel uit te sluiten, kreeg hij de halve fractie over zich heen. Het wil wel wat zeggen dat zelfs de partij die de LPF nooit heeft uitgesloten en daarmee ook heeft geregeerd, de PVV niet accepteert als mogelijke coalitiepartner.
De PVV van Wilders heeft zich vanaf het begin af aan geïsoleerd van de overige partijen. Niet alleen inhoudelijk, al is de programmatische kloof met de rest van de Kamer onoverbrugbaar wanneer het op de islam aankomt (en daar komt het bij Wilders al snel op aan), maar ook naar de vorm.
Wilders is wars van de omgangsvormen waarmee de andere partijen hun discussies voeren. Deze parlementaire mores zijn er niet voor niets. Zij zorgen ervoor dat er harde dingen gezegd kunnen worden, zonder dat mensen (want dat zijn politici immers ook) persoonlijk beledigd worden. De parlementaire omgangsvormen zijn daarmee het glijmiddel van de parlementaire democratie en zorgen ervoor dat politici en fracties kunnen blijven samenwerken.
Door zo nadrukkelijk afstand te nemen van de parlementaire mores neemt Wilders feitelijk afstand van het parlement zelf. De PVV debatteert niet met de andere partijen, de partij adverteert naar de kijkers op zoek naar stemmenwinst.
Dat brengt een situatie waarin niemand met de PVV wil regeren. Kamerleden of bewindspersonen die zich niet door Wilders of een van zijn fractiegenoten zwaar beledigd voelen, zijn met een lantarentje te zoeken. „U bent knettergek”, „U lijdt aan Alzheimer”, „U staat te liegen”, het zijn bepaald niet de zinnen waarmee je politieke vrienden maakt.
Politieke vrienden heb je echter alleen maar nodig als wilt deelnemen aan een coalitie. Het heeft er alle schijn van dat Wilders’ prioriteiten daar niet liggen. Deelname aan een coalitieregering zou immers het einde inluiden van de PVV.
Wonderdokter
Wilders moet het hebben van zijn geïsoleerde positie, van het wij-tegen-zijgevoel, van zijn feitelijk antipolitieke houding. Net als toentertijd Pim Fortuyn legt hem dat electoraal geen windeieren.
Maar het is wel een speciaal electoraat dat hij daarmee binnenhaalt. Wilders’ kiezers verwachtten van hem dat alles anders zal gaan als hij gaat regeren, en snel ook. In een coalitiekabinet is dat onmogelijk, daar is een compromis het hoogst haalbare.
Wilders straalt bepaald niet uit dat hij daarmee genoegen neemt, en –belangrijker nog– zijn achterban al helemaal niet. Daarmee zou hetzelfde gebeuren als met de LPF in 2002: een stormachtige opkomst, waarna de partij weer heel snel leegloopt, een grote groep teleurgestelde kiezers achterlatend die wacht op de volgende politieke wonderdokter.
Wie wil er dus regeren met Wilders? Niemand. Maar Wilders wil zelf ook helemaal niet, althans niet in een coalitie. Daarmee levert een PVV als grootste partij maar één ding op: bestuurlijke chaos.
De auteur is parlementair historicus aan de Radboud Universiteit en freelancejournalist.