Zijn 30-jarige neef G. V. hoorde 240 uur onbetaalde arbeid tegen zich eisen. Beiden zouden hun nichtje respectievelijk zusje hebben misbruikt.V., de broer van het meisje, pleegde midden jaren negentig volgens justitie onzedelijke handelingen in de ouderlijke woning in Ede. Hij zou zijn 11-jarige zusje verschillende keren hebben betast. G. V. woont inmiddels niet meer in Ede.

Het meisje bezocht ge­regeld het vakantieadres van haar oom in het Zeeuwse Nisse, waar deze ontucht met haar zou hebben gepleegd. Ruim tien jaar na de vermeende incest deed het slachtoffer aangifte.

V. legde tegenover de politie een gedeeltelijke bekentenis af. Hij gaf toe een keer handtastelijk te zijn geweest. „Ik heb toen niet beseft wat ik deed”, aldus de broer van het slachtoffer.

De oom ontkende de beschuldigingen in alle toonaarden en zei dat er nooit iets tussen hem en zijn nichtje is gebeurd.

Tijdens politieverhoren zou de inwoner van Waddinxveen echter hebben gezegd dat hij soms „te ver was gegaan” in zijn omgang met het slacht­offer.

De man stelde tijdens de rechtszitting dat hij door agenten zwaar onder druk is gezet. „Dan sla je vanzelf door”, aldus A.

Het openbaar ministerie acht de feiten tegen beide verdachten bewezen. De aanklaagster was van mening dat G. V. niet daadwerkelijk de cel in moet. „Hij heeft hulp gevraagd en is inmiddels met een behandeling begonnen”, motiveerde de officier haar strafeis. Zij oordeelde dat de oom een halfjaar lang achter de tralies moet verdwijnen. Ondanks alle bewijzen die op tafel liggen, weigert A. volgens justitie in te zien wat hij zijn nichtje heeft aangedaan.

Uitspraak in beide zaken op 22 april.