Veteraan vraagt meer erkenning gewonden
Veteraan Vincent Heinhuis (36) zit met een dubbel gevoel bij het in ontvangst nemen van het Draaginsigne Gewonden (DIG).
Heinhuis is blij, maar tegelijk doet het hem pijn dat gewonde veteranen altijd zelf zo’n onderscheiding moeten aanvragen, dat een commissie daar een besluit over moet nemen en dat de betrokkene zelf alles moet regelen, inclusief de uitreiking.Juist voor mensen met een psychische stoornis, zoals de posttraumatische stressstoornis (PTSS) waaraan Heinhuis zelf lijdt, is dat lastig. „Vooral mentaal beschadigde veteranen zien daar al meteen van af als zij zien door welke molen ze moeten”, zegt Heinhuis. „Bovendien komt de erkenning nu niet vanuit Defensie zelf en dat is wel nodig en gewenst voor de betrokkenen.”
Heinhuis liet gisteren het insigne uitreiken in de rooksalon van de Oude Zaal in het Tweede Kamergebouw in Den Haag.
Heinhuis zou het logischer vinden als militairen aan wie een invaliditeitspensioen is toegekend, standaard door Defensie zelf worden benaderd als zij hun verwondingen hebben opgelopen tijdens hun missie. Want daar zit al een keuring aan vast.
Heinhuis hield zijn stresssyndroom over aan twee uitzendingen, naar Bosnië in 1995 en naar Irak in 2004. In voormalig Joegoslavië reed hij als vrachtwagenchauffeur rond, waar hij „veel nare dingen meemaakte” die hem niet meer loslieten.
Na een paar jaar buiten dienst keerde hij terug naar Defensie, waar hij planning en organisatie ging doen. In Irak ging het opnieuw mis. Vanaf 2005 was hij twee jaar opgenomen in een psychiatrische kliniek. Nog steeds is hij in dagbehandeling.
Defensie heeft sinds de instelling van het Draaginsigne Gewonden in 1990 er ruim 4000 toegekend. Een woordvoerder stelde gisteren dat juist is bepaald dat betrokkenen het DIG zelf aanvragen, omdat sommigen het stigmatiserend vinden als het hun wordt aangeboden.