Economie

Hulpfonds door crisis ”back in business”

Het IMF, opgericht om financiële problemen van landen te bestrijden, zat tot voor kort zélf in geldnood. Maar dankzij de kredietcrisis staat de hulporganisatie weer vol op de kaart.

Marcel ten Broeke
3 April 2009 20:45Gewijzigd op 14 November 2020 07:39

De G-20-top in Londen deze week werd vooral een feestje voor het Internationaal Monetair Fonds (IMF).De organisatie –evenals de Wereldbank in 1944 opgericht in het Amerikaanse Bretton Woods om landen in financiële nood met leningen te steunen– kreeg donderdag in één klap 750 miljard dollar toebedeeld om een voortrekkersrol te kunnen vervullen bij het blussen van de veenbrand die kredietcrisis heet.

Niet gek voor een fonds dat tot voor kort op het randje van de afgrond balanceerde. Het instituut, dat onlangs nog kampte met grote financieringsproblemen, viert plots als mondiale bank van lening zijn hoogtijdagen nu de kredietcrisis steeds meer landen naar de financiële afgrond dirigeert.

De positie van het instituut leek in de achterliggende jaren onhoudbaar geworden doordat steeds minder landen er aanklopten voor noodsteun. Hierdoor stokte de belangrijkste inkomstenbron van de organisatie: rente uit verstrekte leningen. Eind 2007 had het IMF nog slechts voor circa 10 miljard euro aan kredieten uitstaan, een historisch dieptepunt.

De spanning liep zelfs zo hoog op dat een club van wijzen het fonds vorig jaar adviseerde zijn goudreserves te verkopen en zo de inkomenspositie weer op te vijzelen. De helper van weleer had plots zélf hulp nodig.

Sinds de financiële crisis in Azië van eind jaren negentig blijven landen weg bij het IMF. Opkomende landen in bijvoorbeeld het Midden-Oosten en China hebben in de achterliggende jaren zelf zulke omvangrijke kapitaalreserves opgebouwd, dat ze hun eigen boontjes wel doppen.

Daarnaast is in de achterliggende jaren het internationale draagvlak voor het hulpfonds afgenomen doordat het IMF aan zijn hulp niet zelden voorwaarden koppelt naar westers model, zoals vergaande liberalisering en privatisering.

Volgens onder meer de Venezolaanse president Chavez richten die maatregelen alleen maar meer schade aan. Venezuela loste daarom in 2007 versneld zijn IMF-schuld af om met zes andere Latijns-Amerikaanse landen een eigen regionaal hulpfonds te lanceren.

Recentelijk ontstond er ook onrust omtrent de zeggenschap binnen de organisatie. Volgens opkomende landen hebben vooral rijke westerse naties het er voor het zeggen. Illustratief hiervoor is de aloude en stilzwijgende afspraak tussen Europa en de VS dat de IMF-directeur altijd een Europeaan is en de Amerikanen altijd de Wereldbankpresident leveren.

Het besef dat dit geen recht doet aan de huidige internationale verhoudingen lijkt te zijn doorgedrongen. Naast de megakapitaalinjectie werd deze week ook besloten om landen als China en Saudi-Arabië –die steeds meer bijdragen aan het IMF-budget– meer zeggenschap te geven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer