Ds. Kersten vanuit verschillende gezichtshoeken
De figuur van ds. G. H. Kersten (1892-1948) blijft van grote betekenis, in het bijzonder voor het bevindelijk-gereformeerde volksdeel.
Ds. Kersten is de man geweest die aan de stillen in den lande een gezicht en een stem gegeven heeft in een verzuilde maatschappij, die er duidelijk anders uitzag dan de onze. Hij blies de bazuin in de eerste helft van de vorige eeuw. En talloze eenvoudigen volgden hem in hartelijke verbondenheid en toewijding. Hij was vaak gelijk aan een generaal zonder officieren, maar deed wat zijn hand vond om te doen.Deze unieke betekenis van ds. Kersten licht opnieuw op in de bundel ”Gerrit Hendrik Kersten”, die in 1993 verscheen en na vijftien jaar voor de derde keer op de markt kwam.
Vanuit diverse gezichtshoeken wordt over het algemeen op deskundige wijze de betekenis van ds. Kersten beschreven. Het boek opent met een goede beschrijving van zijn levensloop door dr. H. Florijn. De auteur gaat tot mijn spijt niet in op de vraag of ds. Kersten zich zou hebben herkend in de typering ”Grenswachter en gids van de Gereformeerde Gemeenten”. Voor hem was het kerkverband dat hij met veel liefde diende een openbaring van de kerk van Christus.
Ds. F. Mallan karakteriseert hem met veel waardering als prediker en dr. W. Fieret geeft een beeld van de politicus Kersten. Drs. J. J. Grandia tekent de Rotterdamse predikant als polemicus. H. Hille bespreekt in een uitstekend artikel diens beperkte betekenis als kerkhistoricus. J. Mastenbroek gaat in op zijn inzet voor de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten, terwijl ds. J. Schipper hem tekent in zijn betekenis voor het onderwijs. Het boek besluit met ”Van en over ds. G. H. Kersten”, een wat rommelige bijdrage van dr. H. Florijn.
De redactie heeft een poging gewaagd om de heruitgave voor de lezer aantrekkelijker te maken door het opnemen van twee nieuwe bijdragen. Er werd een interview opgenomen met ds. F. Mallan over ”Ds. G. H. Kersten en het vooroorlogse Rotterdam”. Het accent valt nogal sterk op het geestelijke leven in het Rotterdam van die tijd. Het interview voegt weinig toe aan onze kennis van Kersten, maar heeft als sfeertekening stellig betekenis.
De tweede nieuwe bijdrage in deze herdruk heeft een geheel ander karakter. Drs. P. Rouwendal tekent in een verdienstelijk artikel ”Ds. G. H. Kersten als dogmaticus”. De schrijver stelt daarin een onderzoek in naar de vraag in hoeverre Kersten, die sterk georiënteerd was op oude gereformeerde dogmatici, ook gebruikgemaakt heeft van het dogmatische werk van zijn oudere tijdgenoten A. Kuyper en H. Bavinck. Rouwendal toont op een aantal punten een duidelijke verwantschap aan tussen Kersten en met name Bavinck. Als het gaat om de historische ontwikkeling van een leerstuk „heeft Kersten zwaar op Bavinck geleund”, aldus Rouwendal.
Bavinck
Overigens kan dat geen verrassing zijn. Dat viel reeds af te lezen uit het notenapparaat in de dogmatiek van ds. Kersten. Daarin noemde hij Kuyper 56 keer en H. Bavinck 37 keer. Jaren geleden gaf een van de kinderen van ds. Kersten mij diens exemplaar van Bavincks driedelige dogmatiek in handen. De marges van de bladzijden waren werkelijk overdekt met aantekeningen van ds. Kersten. Dat behoeft niemand te verwonderen. Een goed dogmaticus oriënteert zich niet alleen op het verleden, maar is ook op grond van de Schriftgegevens in gesprek met de belangrijkste dogmatici van zijn tijd.
Rouwendal stelt op enkele punten ds. Kersten beargumenteerd onder kritiek. Die kritiek is echter zeker ten onrechte als het over de naam van zijn dogmatiek gaat. Er is geen sprake van dat ds. Kersten naar zijn mening dé gereformeerde dogmatiek zou hebben geschreven, bijvoorbeeld omdat de oude gereformeerden maar één dogmatiek zouden hebben gehad. Het woordje ”de” is eenvoudig in de titel geplaatst om tot een goede zin te komen: de Gereformeerde Dogmatiek voor de gemeenten toegelicht. Met enkele familieleden heeft ds. Kersten het waarom van deze titel uitvoerig besproken. Daarover bestaat geen twijfel.
Goed moment
De verschijning van dit wat uitgebreide boek kwam op een goed moment, omdat er de laatste jaren geen publicatie over ds. Kersten meer leverbaar is geweest. Het geheel draagt wel sporen van haast. Zo werden de publicaties van de laatste vijftien jaar over ds. Kersten niet verwerkt. Zelfs de literatuurverwijzingen zijn geheel gelijk gebleven. De nieuwe omslag verdient ook geen schoonheidsprijs. Dit alles neemt niet weg dat iemand die zich wil verdiepen in de persoon van ds. Kersten, in dit boek alles vindt wat hij voor een eerste oriëntatie nodig heeft.
N.a.v. ”Gerrit Hendrik Kersten. Grenswachter en gids van de Gereformeerde Gemeenten”, door dr. H. Florijn en J. Mastenbroek (red.); uitg. De Groot Goudriaan, Kampen, 2008; ISBN 978 90 8865 059 8; 313 blz.; € 26,50.