Latijns-Amerika trekt profijt van miljoenen emigranten
De miljoenen Latijns-Amerikanen die uit hun land zijn weggetrokken onder druk van de economische crisis en de torenhoge werkloosheid, zijn echte geldschieters geworden voor hun landen van herkomst.
Vorig jaar stuurden de 35 miljoen emigranten uit Latijns-Amerika en de Caraïben die in de VS wonen 23 miljard dollar naar huis, vier keer meer dan in 1980. De Mexicaanse president, Vicente Fox, noemt de uitwijkelingen helden en hoopt net als zijn collega’s uit andere Latijns-Amerikaanse landen dat ze in de toekomst ook in toenemende mate openbare ontwikkelingsinitiatieven zullen willen steunen. Ook multilaterale financieringsinstellingen en non-gouvernementele organisaties (ngo’s) proberen de emigranten ertoe aan te zetten meer en efficiënter te investeren in de landen waar ze vandaan komen.
De Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) schat dat Latijns-Amerika en de Caraïben dit decennium 300 miljard dollar kunnen krijgen van Latijns-Amerikanen die in het buitenland leven. Al die emigranten samen verdienen 325 miljard dollar per jaar, en ongeveer eenzevende daarvan gaat naar hun achtergebleven families.
In verscheidene Latijns-Amerikaanse landen maken de financiële bijdragen uit het buitenland meer dan 10 procent uit van het bruto binnenlands product (bbp). Uitgeweken Salvadoranen bijvoorbeeld hebben in 2001 meer dan 2 miljard dollar naar hun families gestuurd - meer dan 13 procent van het bbp. Mexicanen in de VS sturen meer dan 7 miljard dollar naar huis, wat van Mexico de tweede grootste ontvanger van steungeld uit het buitenland maakt, na India, dat 9 miljard dollar ontvangt.
Bijna al dat overgemaakte geld wordt in Latijns-Amerika besteed aan basisbehoeften en producten. Slechts een heel klein aandeel van het bedrag gaat naar productieve investeringen. Maar langzaam komt daar verandering in. In Mexico worden projecten als ”Mi Communidad” en ”3 x 1” gefinancierd met emigrantengeld. In het kader van Mi Communidad hebben emigranten 4,5 miljoen dollar geïnvesteerd in 21 exportbedrijven waar buitenlandse producten geassembleerd worden.
Door het programma 3 x 1 zijn de laatste acht jaar meer dan 400 projecten gefinancierd voor een totaalbedrag van ongeveer 5 miljoen dollar. De Mexicaanse president, Vicente Fox, heeft plechtig beloofd dat hij voor iedere peso die emigranten in productieve ondernemingen investeren, er twee bijlegt.
Ook de IDB en de Wereldbank zetten projecten op om het emigrantengeld naar productieve investeringen te kanaliseren. Sommige Spaanstalige ngo’s volgen dezelfde weg en moedigen immigranten aan te sparen en in hun thuislanden te investeren. Er zijn echter ook kapers op de kust. Financiële instellingen als de Amerikaanse Western Union en Money Gram en de Mexicaanse Banco Azteca zijn ook op het geld uit dat de migranten tegen een vette commissie van de VS naar Mexico overschrijven.
Hoewel de giften van emigranten de armoede in Latijns-Amerika wel verzachten, zouden ze veel meer kunnen betekenen dan dat, zegt de IDB. Ze zouden een krachtige motor kunnen zijn voor de ontwikkeling van Latijns-Amerika. Voor dat zover is, moeten er nog een heleboel obstakels uit de weg worden geruimd. In de eerste plaats is dat de mentaliteit van de emigranten zelf. Ze hebben doorgaans niet al te veel vertrouwen in projecten van hun thuisland en verder weten ze vaak niet veel af van investeren.