Groot geworden door klein te blijven
Titel:
”De Cock en de blijde Bacchus”
Auteur: A. C. Baantjer
Uitgeverij: De Fontein
Baarn, 2001
ISBN 90 261 1630 6
Pagina’s: 140
Prijs: € 9,07 (ƒ 19,95).Twee keer per jaar komt er een nieuwe Baantjer uit, net voor de zomer en tegen december. De eerste druk telt meteen 100.000 exemplaren, de tweede komt er pal achteraan. Hoogste noteringen in de boekentoptien zijn standaard. Ook eerdere deeltjes blijven goed lopen. Het geheim achter het succes van de grijze speurder? „Z’n boeken voelen vertrouwd aan, zijn niet te moeilijk, niet echt grof, hebben een vast stramien en wekken nostalgische gevoelens op.” Vooral Nederlandse vrouwen vallen als een blok voor de ”Maigret van de Wallen”.
Het is twaalf jaar geleden dat A. C. Baantjer (Appie) voor het eerst zijn levensverhaal en schrijversvisie ontvouwde in deze krant. Dat was ter gelegenheid van het tweemiljoenste exemplaar dat over de toonbank ging. „Tot eind jaren tachtig werd Baantjer vaak nog afgedaan met een kleine vermelding”, zegt zijn redacteur bij uitgeverij De Fontein in Baarn, Maran Olthoff (59). Ze begeleidt de miljoenenschrijver al 27 jaar. „Inmiddels is het geaccepteerd dat je Baantjer gezellig vindt.” Naast een website is er een tegenwoordig een tv-serie waarvoor Baantjer de rechten op zijn personages duur verkocht. De verhalen worden niet gebruikt voor de serie.
Verscheen in 1989 het dertigste ”De Cockje”, het vijfmiljoenste exemplaar was nummer 56 dat onlangs uitkwam: ”De Cock en de blijde Bacchus”. „Op een late avond meldt zich aan het aloude politiebureau aan de Amsterdamse Warmoesstraat een jongeman. Bij rechercheur De Cock –met ceeooceekaa– en diens collega Vledder doet hij aangifte van de verdwijning van zijn welgestelde, nooit getrouwde oudoom. Zo op het eerste gezicht is dit een zaak uit honderden…” Alweer: „een puntgaaf De Cock-verhaal, met spanning, originaliteit, ontroering en humor”, tikt de uitgever er blind achteraan.
Is er iets veranderd in de afgelopen twaalf jaar? Eigenlijk niets. De stereotypen, de ingrediënten, de personages, de vaste verhaalwendingen, het stramien bleef helemaal hetzelfde. Inclusief „de klop op de deur” aan het slot van veel hoofdstukken, die dwingend nodigt tot verder lezen.
„De VW Kever werd een Golf, de mobilofoon werd een gsm’etje, de gewone typemachine evolueerde via de elektrische naar de tekstverwerker, maar verder gaat Baantjer niet in zijn aanpassingen. De zoemende tl-balk aan de zolder heb ik er op een gegeven moment maar uitgehaald, want tl-balken zoemen tegenwoordig echt niet meer”, zegt Olthoff.
Verloofde
Het „aloude” Amsterdamse bureau Warmoesstraat is inmiddels dicht, maar bij Baantjer leeft „de kit” immer voort. De verloofde van rechercheassistent Vledder verdween na 25 jaar verbintenis op enig moment uit beeld, maar in ”de blijde Bacchus” krijgt het doorgaans niet zo snuggere hulpje toch weer oog voor een aardige vrouwelijke collega. Als het aan Baantjer ligt, wordt het vrijwel zeker opnieuw een langdurige verloving.
De schrijver –verhuisd van Amsterdam naar Medemblik– is inmiddels 78 jaar. Kwiek, vrolijk en met ijzeren discipline schrijft hij elk jaar zijn twee nieuwe deeltjes. Verder heeft hij een drukke weektaak aan het houden van lezingen, het bezoeken van signeersessies en alles wat daarnaast de aandacht vraagt van een gelauwerd en sinds drie jaar ook geridderd mens. Enkele maanden terug kreeg zijn geboortehuis op Urk een ANWB-plaquette opgeschroefd en werd het pandje opgenomen in een toeristische route. Een poging van Baantjer om het te kopen strandde op het nee van de huidige bewoner.
Het alter ego van Baantjer, De Cock, bezorgde de bedenker en schrijver inmiddels vele miljoenen, en voor de uitgever moet hij ook een vette kip met grote gouden eieren zijn. Ondanks het geld en de roem bleef Appie echter een gewone jongen, benadrukt Olthoff, en niets in Baantjers biografische gegevens wijst op het tegendeel. „Niet zo lang geleden kocht hij een flatje aan zee, om ook eens een keer ongestoord met z’n vrouw samen te kunnen zijn”, zegt ze. Want thuis, in Medemblik, gaat de ganse dag de telefoon. „En Baantjer is iemand die niet graag nee zegt.”
Geen verandering
Als het RD-interview van toen naast recente publicaties ligt, blijkt het verhaal van en achter De Cock nog immer hetzelfde. Sommige antwoorden op voor de hand liggende vragen werken tot in 2001 ongewijzigd door. „Mensen willen het ook niet anders. Als hij zich een enkele keer een ’uitstapje’ permitteert in een boek, hangen de fans meteen aan de lijn. Baantjer probeert altijd te voldoen aan de verwachting van zijn lezersschare.”
Omdat Baanjer inmiddels de leeftijd van de zeer sterken nadert, zou Olthoff graag zien dat er eens iemand gaat afstuderen of promoveren op haar speurder. „Het is een zó ongewoon fenomeen. Want waarom blijven al die mensen zijn sjablonen zo trouw? Het moet iets te maken hebben met een gevoel van thuiskomen. Je zit op een vertrouwde stoel, gaat met je vingers tussen de kussens en voelt daar de kruimeltjes en rommeltjes die er altijd al lagen. Lekker, gezellig, ik ben weer thuis.”
De misdaad die in elk deeltje wordt beschreven, is op zichzelf natuurlijk macaber genoeg, maar Baantjer houdt het beschaafd, al zal niet elke RD-lezer dat meteen beamen. „Er ligt wel ergens een lijk, maar zoals het wordt beschreven, is het toch geen harde crime. De puzzel achter de moord, daar gaat het om. Baantjer zegt dat hij zelf op vijftig bladzijden voor het slot de dader vaak nog niet kent. Ik betwijfel dat soms, maar het zou best zo kunnen zijn.”
Olthoff maakte de speurder ooit mee toen ze, heel vroeg in de morgen, ergens in Amsterdam liepen. „We moesten een foto maken voor een omslag. Later op de dag kun je met Appie niet meer over straat, want dan herkent iedereen hem en wil de hele wereld meteen een praatje met hem maken. We liepen bij Muiderpoort, ik wees hem op het prachtige poortgebouw. Hij zei meteen: „Ach Maran, dan leg ik het lijk de volgende keer toch gewoon bij de Muiderpoort.” En aldus geschiedde. Hij schuift personen, plaatsen en gebeurtenissen in elkaar en maakt er een sluitende plot van. Nog steeds voert hij oud-collega’s op uit zijn veertig dienstjaren bij de politie.” Een groot deel van die tijd was Baantjer rechercheur op de meest criminele vierkante kilometer van Amsterdam, waaronder ook de beruchte Wallen en de Zeedijk vallen. „Ergens in zijn hoofd zit een laagje dat doorlopend bezig is met de schrijverij.”
Eigen stijl
Als vaste redacteur van Baantjer weet Olthoff als de beste dat de schrijver een geheel eigen stijl heeft waaraan moeilijk te sleutelen valt. „Als ik wil bekorten of wil wijzigen aan een zin, wordt het meteen on-De Cocks. Zijn stijl is in zichzelf heel simpel, maar juist daardoor moeilijk te veranderen. Bovendien gebeurt er bij Baantjer op de een of andere manier ook het nodige tussen de regels.”
Hoewel critici zijn boeken zonder omwegen parkeren bij de pulp die beter ongelezen kan blijven, heeft de speurder aanhang in alle lagen van de bevolking en in alle gezindten. Hij is ook altijd lid geweest van het Nederlandse Christelijke Schrijvers Verbond. Urkers verwijten hem wel dat hij zijn „gave van het woord” niet gebruikt om Gods Woord te verspreiden, maar Appie vindt dat hij dat op zijn manier toch doet. Dat moet dan vooral komen door de veelvuldige verwijzingen naar bijbelse wijsheden, de vermaningen van zijn moeder of z’n grootouders, of naar de pennenvruchten van vader Cats. Olthoff: „Hij is wel een beetje een fatsoensrakker, maar nog net zonder het opgeheven vingertje.”
De trouwe fans van Baantjer alias De Cock variëren in leeftijd van dertien lentes tot stokoud. „Als hij signeert komen er veel meer vrouwen dan mannen, en het is altijd een komische mengelmoes van bontjassen tot spijkerbroeken en alles wat daartussen zit. De blijde Bacchus bijvoorbeeld werd onlangs gepresenteerd in een heel chique wijnhandel, vanwege het onderwerp: een erfenis van peperdure flessen Petruswijn. Baantjer bezit het vermogen om elke vrouw te laten blozen, zonder over de schreef te gaan. Hij heeft voor iedereen een leuk verhaal klaar.”
Kind gebleven
Naast de 56 De Cockjes en een kleine reeks voorlopers is tegenwoordig in de boekhandel ook het grote Baantjerspel verkrijgbaar en een reeks van parafernalia. Als de uitgever een felicitatieprijsvraag uitschrijft, reageren duizenden lezers daarop. Binnenkort mag een groep winnaars brunchen met de schrijver. „Daar geniet hij ontzettend van. Ergens is hij altijd kind gebleven, en dat bedoel ik louter positief. Thuis speelt hij met z’n grote modelspoorbaan in de tuin of repareert hij klokken. Het is gewoon een bijzonder aardig mens.”
Vertalingen van twintig Baantjer-delen verschenen in de Verenigde Staten. Ook Duitsers, Koreanen en inwoners van Estland lezen hem in hun eigen taal. Roofdrukken van zijn werk circuleren onder andere in Rusland. Hoelang het fenomeen bij gezondheid nog door zal gaan, daarover valt, zegt Olthoff, geen zinnig woord te zeggen. „De uitgeverij loopt altijd drie of vier deeltjes voor, dat betekent dat Baantjer nu bijna klaar zal zijn met nummer 60. Zolang de lezers hem niet moe worden, geven wij hem met veel plezier uit.”