Voor echte atheïst telt het leven niet
De ideeën van bio-ethicus Peter Singer zijn onverteerbaar, stelt Dinesh D’Shousa. Voor Singer heeft het menselijk leven geen enkele meerwaarde. Tegelijkertijd laat hij duidelijk zien tot wat voor principes het atheïstische gedachtegoed uiteindelijk leidt.
Onlangs debatteerde ik met bio-ethicus Peter Singer over het onderwerp ”Kunnen wij moreel zijn zonder God?” Singer is een vriendelijke man. Toch hoef je niet lang in zijn werk te lezen om zijn extreme standpunten tegen te komen. Opgewekt bepleit hij het doden van kinderen en euthanasie, en bijna in één adem door verdedigt hij de rechten van dieren.Hij aarzelt niet om te pleiten voor het doden van kinderen na hun geboorte. Singer vindt dat kinderen pas 28 dagen na de geboorte volwaardig het recht op leven moet worden toegekend. Hij voert hiervoor aan dat zelfs varkens, kuikens en vissen meer tekenen van bewustzijn en denkvermogen vertonen –en dat ze daarom meer aanspraak op rechten kunnen maken– dan foetussen, pasgeboren baby’s en mensen met verstandelijke handicaps. „Ratten zijn zich ontegenzeglijk meer van hun omgeving bewust en beter in staat om op doelgerichte en ingewikkelde manieren te reageren op dingen die ze willen of niet willen dan een foetus van 10 of zelfs van 32 weken oud… Het kalf, het varken en het vaak bespotte kuiken liggen in ieder stadium van de zwangerschap fors voor op de foetus.”
Sommigen beschouwen Singer als een provocateur die alleen maar buitensporige dingen zegt om aandacht te krijgen. Maar Singer is dodelijk serieus over zijn opvattingen en heeft een consistente rationele basis voor zijn standpunten.
Herwaardering
Om Singer te begrijpen is het nuttig om hem te vergelijken met nieuwe atheïsten zoals Richard Dawkins. De nieuwe atheïsten zeggen dat we zonder God kunnen, maar tegelijkertijd de moraal bewaren. Ze stellen dat een mens God niet nodig heeft om goed te zijn; atheïsten kunnen even deugdzaam zijn als christenen. Terwijl iemand als Dawkins de christelijke God afwijst, heeft hij zichzelf in het openbaar een „cultuurchristen” genoemd.
Maar dit standpunt creëert een probleem dat meer dan een eeuw geleden door de atheïst Nietzsche is geschetst. De dood van God, zo redeneerde Nietzsche, betekent dat alle christelijke waarden die het Westen gevormd hebben, op een mythisch fundament berusten. Een mens kan uit gewoonte enige tijd naar deze waarden blijven leven. In de loop der tijd echter zullen ze in verval raken. Als deze niet door nieuwe waarden worden vervangen, zullen mensen werkelijk het vooruitzicht van het nihilisme onder ogen moeten zien.
Nietsches redenering valt te illustreren met twee grondbeginselen van de westerse beschaving: ”alle mensen zijn gelijk” en ”menselijk leven is kostbaar”. Nietzsche schrijft beide ideeën toe aan het christendom. Omdat we gelijk en naar Gods beeld geschapen zijn, heeft ons leven morele waarde en delen we het recht op leven, vrijheid en geluk.
Nietzsche waarschuwde dat geen van deze waarden zinvol is los van het achterliggende morele stelsel van waaruit ze werden geformuleerd. Wordt het Westen postchristelijk, dan moet het teruggaan naar de ethische tekentafel. Dan moet het de waarden heroverwegen.
Singer gaat resoluut in op de nietzscheaanse oproep tot een „herwaardering van alle waarden.” Hij stelt dat we geen schepping van God zijn, maar primaten. Het christendom bracht volgens Singer een willekeurig onderscheid aan tussen mensen en beesten. Het plaatste menselijk leven op een voetstuk en bestemde dieren tot de status van gereedschap voor menselijk welzijn.
Welnu, zegt Singer, we moeten de natuurlijke orde herstellen. Dit leidt tot meer rechten voor dieren en tot een minder exclusieve behandeling voor mensen. Er zit een grimmige consistentie in Singers oproep om de apen meer rechten te geven, terwijl hij de traditionele bescherming voor ongewenste kinderen, mensen met verstandelijke handicaps en niet-productieve bejaarden wegneemt.
Angst
Sommige van Singers critici hebben hem een nazi genoemd en zijn voorstellen vergeleken met Hitlers methoden om hen die als ongewenst en onbekwaam werden beschouwd te elimineren. Zorgvuldige lezing van zijn werk laat echter zien dat Singer geen Hitler is. Singer wil geen door de staat ondersteunde moordpartijen. In plaats daarvan wil hij dat de beslissing om te doden wordt genomen door individuen. Hij bepleit moorden volgens de principes van de vrije markt.
Waarom hebben de atheïsten Peter Singer niet omarmd? Vermoedelijk vanuit de angst dat zijn onverteerbare ideeën de zaak van het atheïsme schade zullen toebrengen. Wat ze echter niet hebben overwogen, is of Singer niet mogelijk op compromisloze wijze de implicaties heeft uitgewerkt van het leven in een werkelijk seculiere maatschappij. In Singer kunnen we iemand waarnemen die zowel angstaanjagend is als op een bepaalde manier verfrissend: een intellectueel eerlijke atheïst.
De auteur is voormalig politiek analist en auteur van diverse christelijke boeken. Dit artikel is met toestemming overgenomen van Christianity Today.