Verzameling kerstgedichten
Titel:
Auteur: ”Zoals nog nooit een ster. Gedichten voor de adventstijd en Kerst”, verzameld door Rien van den Berg
Uitgeverij: Mozaïek
Zoetermeer, 2001
ISBN 90 239 9049 8
Pagina’s: 72
Prijs: € 9,90 (ƒ 21,82).Op tal van bijeenkomsten zal de komende weken een kerstgedicht voorgedragen worden. Wie nog iets geschikts zoekt, kan terecht bij het boekje ”Zoals nog nooit een ster”. Het is het tweede deel in een serie bloemlezingen rond de kerkelijke feestdagen – het eerste bevatte passie- en paaspoëzie. Samensteller is opnieuw ND-redacteur Rien van den Berg.
Wie de inhoudsopgave bekijkt, ziet in één oogopslag dat er vooral twintigste-eeuwse, min of meer literaire gedichten zijn opgenomen. Ad den Besten, Huub Oosterhuis, Willem de Mérode, J. H. Leopold, Okke Jager, die namen spreken boekdelen. Maar er is ook werk opgenomen van redelijk onbekende grootheden uit de buitenlandse literatuur: Imre Pécselyi Király en Henriette Katharina von Gersdorf bijvoorbeeld.
De selectie blijft uiteraard erg willekeurig. In de totale wereldliteratuur zijn nogal wat kerstgedichten te vinden – waarom heeft de samensteller zich eigenlijk niet beperkt tot producten van eigen bodem? Hij stelde slechts twee eisen: gedichten moeten voorgelezen kunnen worden én ze moeten de nodige kwaliteit hebben. Dat is dan ook de reden waarom middeleeuwse liederen zijn omgezet in hedendaags Nederlands. Bij allerlei mooie gedichten uit de zeventiende eeuw kon dat blijkbaar niet. Van den Berg schrijft in zijn verantwoording: „Het blijft natuurlijk een waagstuk om Revius, bijna vierhonderd jaar na dato, voor te dragen in een moderne dienst. Ik durfde niet.”
Zodoende missen we niet alleen Revius, maar ook Vondel, Huygens en –van iets later datum– Da Costa. Jammer wel. Persoonlijk zou ik hen veel geschikter vinden om voorgedragen worden tijdens bijeenkomsten rond het kerstfeest dan bijvoorbeeld Jan Groenleer of Eveleen Casteleyn („ik heb een boom versierd/ met lichtjes en engeltjes/ en Hem uitgenodigd/ voor een kerstdiner/ van kalkoen en wijn/ maar Hij is weggevlucht/ naar de woestijn”). Dat heeft te maken met toon en stijl, maar ook met theologische diepgang.
Dat neemt niet weg dat de bundel mooie en verrassende, maar ook vertrouwde verzen bevat. Zoals het gedicht over de wijzen van Dingeman van der Stoep: „Dit is ’t vertelsel van het kind,/ dat Jezus heet en mensen mint./ Heel lang geleden is ’t geschied/ en menigeen gelooft het niet,/ omdat voor dit geloof men klein/ en argeloos als een kind moet zijn.”