Politiek

Abortuskliniek moet duur zwangerschap vaststellen

Abortusklinieken en ziekenhuizen moeten in de toekomst eerst de duur van een zwangerschap vaststellen voordat ze een abortus of overtijdbehandeling uitvoeren.

Redactie politiek
13 March 2009 22:33Gewijzigd op 14 November 2020 07:30
Abortusklinieken en ziekenhuizen moeten in de toekomst eerst de duur van een zwangerschap vaststellen voordat ze een abortus of overtijdbehandeling uitvoeren. Foto ANP
Abortusklinieken en ziekenhuizen moeten in de toekomst eerst de duur van een zwangerschap vaststellen voordat ze een abortus of overtijdbehandeling uitvoeren. Foto ANP

Dat heeft het kabinet vrijdag besloten op voorstel van staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid en minister Hirsch Ballin van Justitie.Vaststelling van de zwangerschapsduur is nodig omdat de zogeheten overtijdbehandeling in de toekomst onder de Wet afbreking zwangerschap (de abortuswet) gaat vallen. Aan deze afspraak uit het coalitieakkoord, die er vooral is gekomen op aandringen van de ChristenUnie, heeft het kabinet gisteren gevolg gegeven.

De overtijdbehandeling is het afbreken van een vroege zwangerschap, tot het moment dat menstruatie zestien dagen is uitgebleven of 44 dagen na de laatste menstruatie.

Omdat voor een overtijdbehandeling een flexibele bedenktermijn geldt en voor een abortus een bedenktermijn van minimaal vijf dagen, is het nodig dat abortusklinieken en ziekenhuizen de duur van de zwangerschap weten. Na bepaling daarvan kan de abortusarts bepalen of hij direct het jonge leven uit de moederschoot mag verwijderen of dat de moeder een bedenktermijn van vijf dagen in acht moet nemen.

ChristenUnie-Kamerlid Wiegman is „blij” dat het kabinet de afspraak uit het coalitieakkoord nu uitvoert. „We blijven moeite houden met de abortuswet, maar we vinden het belangrijk dat de vroege zwangerschap nu ook onder die wet valt. Dit is weer een stapje in de goede richting.” Ook bij het afbreken van een vroege zwangerschap moet zorgvuldigheid worden betracht, stelt Wiegman.

De ChristenUnie had liever gezien dat de bedenktermijn bij het afbreken van een vroege zwangerschap ook vijf dagen zou zijn, maar dat wilde de PvdA niet. Op het partijcongres van de PvdA in februari 2007 –direct na het aantreden van het kabinet– verzekerde vicepremier Bos zijn achterban dat de bedenktermijn flexibel blijft: „Het is aan de vrouw om te bepalen of ze vijf minuten of vijf dagen bedenktijd nodig heeft voordat ze besluit tot een overtijdbehandeling.”

Op voorstel van de Christen-Unie trekt het kabinet meer geld uit voor voorlichting over zwangerschap, voor het voorkomen van ongewenste zwangerschappen en voor medische en psychische hulp bij ongewenste zwangerschappen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer