Opinie

Moderne moslims en toch verschillende agenda’s

Als er ergens in het buitenland een Nederlands vliegtuig neerstort, is het dan denkbaar dat onze minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat onmiddellijk een verklaring aflegt waarin hij verzekert dat er geen inzittenden zijn omgekomen? Nauwelijks. De bewindsman die dat doet, zet zijn geloofwaardigheid op het spel, zeker als zou blijken dat hij er vooral op uit is de heldenstatus van de piloten van het ramptoestel op te poetsen.

Jan van Klinken
13 March 2009 19:32Gewijzigd op 14 November 2020 07:30

De Turkse minister van Transport, die direct na de crash met het toestel van Turkish Airlines bij Schiphol zei dat er geen doden waren gevallen, kwam er daarentegen mee weg. Zijn veel te voorbarige uitspraak dat er geen doden waren gevallen, werd hem bij voorbaat vergeven, want het is in dat land nu eenmaal de stilzwijgende afspraak dat Turkse vliegers geen fouten maken. Dat zou de nationale trots schenden en dat is zo’n beetje het ergste wat er kan gebeuren.Was er dan helemaal geen kritische noot te beluisteren? Zeker wel. In de Turkse media werd naderhand gemopperd dat de minister voor zijn beurt had gesproken. Ze vonden dat de man het met zijn verklaring dit keer iets te bont had gemaakt.

Maar diezelfde media bleken kilo’s boter op het hoofd te hebben. Want nadat mr. Pieter van Vollenhoven vorige week de uitkomsten van het eerste oriënterende onderzoek naar de ramp bekend had gemaakt, steigerden de Turkse media van verontwaardiging. Het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid zou alleen maar zijn bedoeld om het Hollandse blazoen zuiver te houden. Iedereen had fouten gemaakt behalve Holland, zo kopte een Turkse krant.

Op ons Nederlanders komt dat soort kritiek tamelijk bespottelijk over. Je proeft erin dat de media in Turkije onze onderzoeksraad voor geen meter vertrouwen. Zo’n raad waakt in hun ogen over de nationale trots en probeert uit alle macht te verhinderen dat anderen zouden denken dat wij als land hebben gefaald. In werkelijkheid is de onderzoeksraad een toonbeeld van onafhankelijkheid en zou hij zich voor altijd te schande maken als hij met de feiten een loopje nam.

Nu staat Turkije bekend als een redelijk modern land, zeker in vergelijking met een aantal omringende landen. Maar bij zo’n collectieve uitbarsting van woede, veroorzaakt doordat de nationale eergevoelens zijn gekrenkt, ontstaat er in dat beeld meteen een forse deuk. Dan wordt plotsklaps weer duidelijk waarom er zo veel bezwaar is tegen de aansluiting van Turkije bij de EU. De verwantschap die wordt verondersteld, is op zo’n moment heel ver weg. De agenda’s zijn domweg te verschillend.

Datzelfde gevoel heb ik als ik de Amsterdamse stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch in de media tegenkom. Hij is op het oog een schoolvoorbeeld van iemand die zich vanuit een kansarm milieu heeft opgewerkt tot geslaagd politicus. Binnen zijn partij, de PvdA, geldt hij als een belofte. Hij wordt geknuffeld door de partijbobo’s, spreekt hun taal en lijkt volkomen geïntegreerd in de Nederlandse samenleving.

Ook zijn pleidooi voor een harde aanpak van allochtone jongeren doet het goed. Hij stelt zichzelf ten voorbeeld. Niet klagen en niet de Nederlandse overheid de schuld van je ellende geven, maar de handen uit de mouwen steken en de kansen grijpen die deze samenleving je biedt. Dat is zoals wij het graag horen. Prima kerel, die Marcouch.

Maar dan slaat de twijfel toe. Telkens weer slaagt hij erin zijn imago van geïntegreerde allochtoon ter discussie te stellen. Zo haalde hij nog niet zo lang geleden het nieuws met zijn plan om in Amsterdam een superstadsdeel te creëren waar een bloeiende moslimgemeenschap zou kunnen ontstaan. Hoe dat te rijmen valt met zijn ideeën over integratie was velen een raadsel, want er is niet veel fantasie voor nodig om te bedenken dat zo’n wijk gemakkelijk verwordt tot een orthodox-islamitische enclave.

Ook bleek hij in 2005 als bestuurder van een moskeevereniging het initiatief te hebben genomen om een zwaar gesubsidieerd debat te organiseren met de omstreden islamitische geestelijke Yusuf al-Qaradawi. Het debat had als doel „een brug” te slaan „richting alle Amsterdammers.”

Het feest ging niet door omdat de gemeente niets van de geestelijke Al-Qaradawi moest hebben. Die had bijvoorbeeld begrip getoond voor Palestijnen die zelfmoordaanslagen plegen. Ook had hij eens een fatwa (doodvonnis) afgekondigd over iemand die de islam kritiseert. Daar was meneer niet van gediend.

Minstens zo bedenkelijk is dat Marcouch lid is van de moslimbroederschap. Dat is een buitengewoon kwalijke organisatie die overal de sharia wil invoeren en in het Midden-Oosten ijvert voor een islamitische eenheidsstaat. Van vrijheid van godsdienst hebben de moslimsbroeders nog nooit gehoord. Overal waar ze hun kans schoon zien, zorgen ze voor onrust en verder zijn ze twee handen op één buik met Hamas.

Het kan toch bijna niet waar zijn dat een zo prominent politicus uit eigen land iets met die organisatie van doen wil hebben? Toch is het zo. Ik heb nog een kenner geraadpleegd met de vraag of er misschien sprake is van een radicale en van een gematigde vleugel, in de hoop dat Marcouch dan bij die laatste zou horen. Maar de club kent maar één smaak en die is heel erg fout. Je zou graag willen dat het eens opschiet met die integratie, maar op zulke momenten zakt de moed je in de schoenen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer