Opinie

Hoedje wip

„De ”macht op het hoofd om der engelen wil” is/ gewoon een hoedje, sjaal, muts of alpientje.

Ds. J. M. J. Kieviet
13 March 2009 19:32Gewijzigd op 14 November 2020 07:30

Vaak van vilt, maar ook van bont, zijde of wol,/ met of zonder veren, pluim, linten of strik. (…)Paulus wist van de hoed en de rand; met de mode/ speelt het vrome vrouwvolk onder menig hoedje.

Ach, de aanblik van een onbedekte die eredienst/ en engelenwil onteert, doorboort hun ziel als een

Hoedepen, dwars door hoed en haar gestoken / de Heere ziet het hart aan, en niet het hoedje.”

”Hoedje wip”, zo betitelde Anne Schipper zijn gedicht. Hij publiceerde het in 1995 in Maatstaf. Klaas de Jong Ozn. en Hans Werkman rekenen het zelfs tot „de beste gedichten uit de christelijke traditie van de twintigste eeuw”, getuige hun bundel ”Symbolen & Cimbalen” (2000). Naast voorbeelden uit het oeuvre van Geerten Gossaert, Ida Gerhardt, Rien van den Berg en anderen.

Spelletje
”Hoedje wip” is een oud gezelschapsspel, zo liet ik me vertellen. Vanaf een springplankje werden papieren hoedjes de lucht in geschoten. Dat lot moet ook de hoedjes in de kerk beschoren zijn, lijkt de dichter te zeggen. Want over die hoedjes gaat het natuurlijk: de macht op het hoofd om der engelen wil… Ik zou Anne Schipper niet graag dichterlijke vaardigheid ontzeggen. Hij weet met goedgekozen woorden het beeld op te roepen dat hem voor ogen staat. Niet alleen het beeld, ook de gevoelswaarde die daar voor hem bij hoort.

Het lijkt allemaal uit een voorbije tijd: mensen die zich druk maken over het hoedje. Die, als door een hoedenpen gestoken, reageren als ze een ’onbedekte’ in de eredienst ontwaren. Maar die ondertussen zo modieus zijn als het maar kan en zich met een hoofddeksel naar de laatste mode tooien. Gelukkig weet de dichter beter: „de Heere ziet niet de hoed maar het hart aan…”

Wat beweegt de mensen die aan deze archaïsche dingen vasthouden? Is het niet louter traditie en een keurmerk van de eigen beperkte kring? Wordt het niet hoog tijd dat het hoedje gewipt wordt en dat we ons met andere, belangrijker zaken bezighouden?

Het zou zo zijn als niet de man Paulus erover had geschreven aan de gemeente van de Korintiërs. Vrij uitvoerig zelfs en vrij stevig en hevig. Voor geen tweeërlei uitleg vatbaar. Temeer niet omdat het de Heilige Geest heeft goed gedacht deze woorden een plaats te geven in de Schriften die de woorden van God Zelf weergeven. De apostel acht het niet een te gering thema om er een aanmerkelijk deel van zijn brief aan te wijden. Hij is de pen van zijn Zender.

Onderscheid
Eerlijk gezegd heb ook ikzelf lange tijd deze materie als iets van de tweede of nog mindere rang beschouwd. Er waren toch waarlijk wel gewichtiger thema’s om voor warm te lopen. Totdat mijn gang door de kerken me deed ontdekken dat het bij veel zusters der gemeente een trend wordt zich van hun hoedje te ontdoen. Sindsdien zijn ze zonder hoofdtooi ter kerke gegaan. Wat is toch de oorzaak daarvan? Kan het gelden in het licht van de Heilige Schrift?

Het bracht me tot een ijverige bestudering van 1 Korinthe 11. En daar doemde wel een heel ander beeld op. De apostel legt er de grootst mogelijke klem op dat het hier om een gewichtig ding gaat. „Doch ik wil, dat gij weet…!” Wat weet? Dat Christus het Hoofd van de man is en de man het hoofd van de vrouw. De man is niet een vrouw en de vrouw is niet een man. Ieder heeft een eigen taak en plaats. En dat moet in de samenkomst van de gemeente zichtbaar zijn. De man moet tonen man te zijn door zijn hoofd niet te bedekken. De vrouw moet tonen vrouw te zijn door haar hoofd te bedekken. Zo zegt door Paulus onze God het.

In juli 2006 hield wijlen dr. C. A. Tukker -toch niet een bekrompen mens- over deze dingen een lezing op Urk. Hij wees op het verschil met de joden. De man draagt in de synagoge een kalotje. Omdat hij voor God niet kan bestaan. Er is een bedekking nodig. De vrouw doet in de synagoge niet mee. In de bedeling van Christus is het alles anders geworden. Die bedekking van de man is niet meer nodig. De Middelaar is gekomen. De christenman, hij is niet onder de wet maar onder de genade. En de vrouw? Door het Evangelie is ook zij gaan meetellen in de samenkomsten der gemeente. Ook voor haar is er Gods genade. Maar het onderscheid met de man moet zichtbaar zijn. Vandaar bij haar de bedekking van het hoofd.

Dr. Tukker zei: „Het feit dat de christinnen van Korinthe met onbedekt hoofd in de erediensten verschenen, wordt door Paulus sterk afgekeurd. Haar emancipatiegeest is in strijd met haar onderworpenheid aan de man.”

Engelen
En dan is er nog het motief van vers 10: „om der engelen wil.” De engelen, zij zijn de bewakers, de ordebewakers van de Heere. Ze rapporteren trouw aan de Heere in de hemel. Zijn ze niet de boodschappers van God? Alle berichten komen aan in het hemelhof.

„God heeft de engelen willen belasten met de zorg voor onze zaligheid. Daarom komen ze in de heilige vergaderingen. De kerk is hun een schouwplaats…”, zegt Calvijn.

De Heere ziet het hart aan en ook het hoedje. Hij oordeelt overigens niet naar de maatstaf van de modieuze trend.

Reageren aan scribent? welbeschouwd@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer