Oorlogsdreiging Irak bepaalt beurzen
De aandelenmarkten wisten in de afgelopen week opnieuw de weg omhoog niet te vinden, zonder dat de macro-economische cijfers of het bedrijfsnieuws uitgesproken negatief waren. Grootste boosdoener was vooral de angst voor een oorlog tegen Irak.
Het hoofd van de wapeninspecteurs, Blix, oordeelde dat de Irakezen onvoldoende openheid hebben gegeven over hun wapenarsenaal. De kans op een korte eindejaarsrally in de laatste, verkorte week van het jaar is volgens Effectenbank Stroeve klein.
Woensdag kondigde ASML een reorganisatie aan. Het technologiebedrijf stopt met de activiteiten rond de Track-systemen en is voornemens de Thermal-activiteiten, die al langere tijd slecht draaien, te verkopen. Ten aanzien van de Lithografie-activiteiten (94 procent van de omzet in de eerste helft van 2002), blijft de onderneming bij haar eerdere voorspelling om honderd systemen te verkopen in de tweede helft. Om het kostenniveau te verlagen worden bij dit onderdeel 700 banen geschrapt.
Later die dag praatte Unilever tijdens een update de markt bij over de ontwikkelingen tijdens de eerste twee maanden van het laatste kwartaal van dit jaar. De update leverde geen verrassingen op: het bedrijf herhaalde de doelstelling van een groei in de winst per aandeel (voor de afschrijving van goodwill en buitengewone baten). De omzetgroei van de leidende merken bedroeg 6 procent. De onderneming is volgens Stroeve goed op weg haar doelstellingen te realiseren.
Eveneens dinsdag werd een reeks macrocijfers in de VS gepubliceerd. De consumentenprijzen vertoonden in november nog steeds een gematigde stijging, waardoor de Fed in principe nog steeds ruimte heeft om de rente in de VS te verlagen. Een lichte verdere stijging van de reële inkomens en sterke woningbouwcijfers waren echter nieuwe indicatoren dat het economisch herstel in de VS doorzet, zij het nog steeds in een gematigd tempo.
De industriële productie steeg in november mager en bleef daarmee enigszins achter bij de marktverwachting. Positief was echter dat de industrie de weg naar boven hervatte na drie maanden met een dalende productie. Alle cijfers bij elkaar genomen bevestigden het beeld dat al geruime tijd de Amerikaanse economie bepaalt: een sombere, maar wel spenderende consument bij een bedrijfsleven dat nog steeds de kat uit de boom kijkt en terughoudend is in zijn investeringen.
Fed-voorzitter Greenspan verklaarde donderdag dat het groeipad van de VS in de nabije toekomst nu vooral afhankelijk is van de vraag of „geopolitieke” en andere risicofactoren in de wereld zullen afnemen. Als dit inderdaad gebeurt, zullen de bedrijfsinvesteringen volgens de Fed flink aantrekken, met als gevolg een hogere economische groei.
De vooruitblik op de macro-economische cijfers in de komende twee weken wordt gedomineerd door cijfers uit de Verenigde Staten. Europa laat de komende periode weinig van zich horen.
Als slotstuk van deze rustige twee weken wordt op vrijdag 3 januari de verwachting voor de Europese inflatie gepubliceerd. Dat de prijsontwikkeling in Europa niet geheel volgens verwachting van de ECB verloopt, bleek afgelopen week nog. Hoofdeconoom van de ECB Issing gaf aan dat het inflatierisico in de eurozone zeker nog aanwezig is. „De inflatie is hardnekkiger dan gewenst”, waren zijn exacte woorden.
Volgens Issing vormen de ontwikkeling van de olieprijs en de loononderhandelingen de grootste risico’s. De ECB heeft aangegeven haar monetaire beleidsstrategie in het begin van het nieuwe jaar grondig te evalueren. In de media verschenen berichten dat de ECB in navolging van de Fed mogelijk meer belang gaat hechten aan de economische groei in plaats van primair de inflatie te bestrijden. De discussie is mede ingegeven door het feit dat menig econoom vindt dat de ECB bij de huidige groeiafzwakking niet adequaat heeft ingrepen.