Afrika heeft Jezus nodig
Alleen Jezus kan Afrika bevrijding brengen, schrijft Kees Moerman, naar aanleiding van een bekentenis van een Engelse atheïst. Het christelijk geloof betekent veel meer dan een inspiratiebron voor hulpverleners.
Wie zegt dat er geen God is, wordt in Psalm 53 een dwaas genoemd. Eén zo’n dwaas deed echter onlangs een opmerkelijk wijze uitspraak. „Als atheïst”, zo schreef Matthew Parris in december in de Engelse krant The Times, „geloof ik werkelijk dat Afrika God nodig heeft.”In weerwil van zijn ‘geloof’ moest hij constateren dat alle hulp van ngo’s, regeringen en internationale organisaties het niet haalt bij datgene wat door christelijk hulpverleningswerk wordt bereikt, en dat vanwege de verandering van het hart.
Lang had hij gedacht dat alle hulp die christenen boden prima was, en dat hun geloof daarbij een stukje overbodige ballast was; leuk dat het de hulpverleners inspireerde. Wat telde was de hulp, niet het geloof.
Van lieverlee moest hij echter constateren dat hulp pas echt effectief is wanneer er een omslag in het denken van de Afrikaan komt. Westerse sociologen mogen dan beweren dat de aloude Afrikaanse waarden, zoals het tribale stelsel, het beste zijn voor de Afrikaan, de gehele gedachtestructuur en de daarmee gepaard gaande angst beletten hem initiatief te nemen en verantwoordelijkheid te dragen.
Alleen het christelijk geloof is in staat om de Afrikaan hiervan te bevrijden, en daarmee alle hulpverlening effectiever te maken. „Het uitbannen van christelijk evangelisatiewerk uit het Afrikaanse sociale stelsel zou het continent wel eens kunnen overleveren in de handen van een verderfelijke coalitie van Nike, de toverdokter, de mobiele telefoon en de machete.”
VOC-mentaliteit
Steun uit onverwachte hoek dus voor het christelijke hulpverlenings- en evangelisatiewerk. Ik ben benieuwd wanneer deze wijsheid doordringt tot de burelen van ministeries van Ontwikkelingssamenwerking en subsidieverstrekkende (overheids)instanties. Daar lijkt men tegenwoordig vuurbang voor alle hulpverlening die een al te christelijke tint heeft.
Dat kan een uitvloeisel zijn van een soort schuldbewustheid over het koloniale verleden. Dat dit tot overgevoelige reacties kan leiden, ondervond onze premier toen hij weggehoond werd na een positief bedoelde referentie aan de VOC-mentaliteit.
Veel meer lijkt deze houding echter voort te komen uit de vaste overtuiging dat de moderne, volslagen seculiere levens-beschouwing de enige juiste is. En daarmee is men ondanks zichzelf toch weer zendeling geworden… Met vuur en verve worden de verworvenheden van de nieuwe religie verkondigd ten aanzien van (homo)seksualiteit, aidspreventie enzovoort. Als bonus inbegrepen bij het pakket ontwikkelingshulp tot ver over de landsgrenzen, of ter inburgering van nieuwe Nederlanders daarbinnen.
Het lijkt dat de respectieve ministers van Buitenlandse en Binnenlandse Zaken uit diverse kabinetten daarbij niet gehinderd worden door voldoende invoelingsvermogen ten aanzien van hun doelgroep. Een Afrikaan zal in de eerste plaats God danken voor de verkregen hulp, en in de tweede plaats dat Hij de minister, staatssecretaris of welke hulpverlener dan ook daarvoor heeft willen gebruiken. Ik vraag me regelmatig af hoe dat voelt wanneer je persoonlijk volstrekt niets met het geloof hebt.
Harry Mulisch
Maar er wordt ook ‘inwendige zending’ bedreven. Als roc-docent maakte ik het mee dat via een inburgeringstraject het boek ”Twee vrouwen” van Harry Mulisch (gratis) werd opgedrongen door de Stichting Lezen & Schrijven. Veel inburgeraars, christen of moslim, zullen het als een koude douche ervaren wanneer zij zich nog niet hadden gerealiseerd hoe fantastisch liberaal Nederland wel niet is…
‘Onze’ atheïst veegt nu dus min of meer de vloer aan met deze seculiere missionarissen. Dat is mooi, maar meer mogen we niet van hem verwachten. In deze optiek is het geloof immers slechts een voertuig voor effectief hulpverleningswerk.
Christelijke organisaties voor zending en hulpverlening hebben een andere missie. Een verandering van hart bij hen die we bereiken, jazeker. Maar niet om daardoor effectiever hulp te kunnen verlenen.
In januari woonde ik een animistische begrafenis bij in het savannedorpje Foia in Guinee-Bissau. Alle spektakel daarbij is ten diepste uiting van geestelijke duisternis en angst. Alleen de boodschap van het Evangelie kan echte bevrijding geven.
Inderdaad, Afrika heeft God nodig. Misschien nog iets explicieter: Afrika heeft Jezus nodig. Met de woorden van een Zuid-Afrikaans lied: ”Ja, ’n Redder, aan een houtkruis vasgeslaan.”
De auteur is directeur van de stichting Kinderhulp Mondiaal (Kimon).