Herziening AWBZ maakt overheidsfinanciën gezonder
Het kabinet-Balkenende IV is halverwege de rit en heeft te maken met zware economische tegenwind. Hoe heeft het kabinet het tot nu toe gedaan en hoe moet het verder? Deel 2: prof. dr. Wim Groot pleit voor aanpassing van de AWBZ.
Geachte heer Balkenende,Een groot deel van het geld dat u namens ons uitgeeft, komt terecht in de gezondheidszorg. Van de groei van de overheidsinkomsten gaat nu al een derde naar de zorg. Als er niets gebeurt, zullen over twintig jaar alle extra inkomsten van de overheid naar de zorg gaan. Dan is er geen geld meer voor beter onderwijs, meer agenten op straat of de aanleg van nieuwe wegen. Dat moet u toch verontrusten.
Toch is het niet allemaal kommer en kwel. De afgelopen jaren is er veel verbeterd. Dat is vooral te danken aan de hervormingen die tijdens het eerdere kabinet-Balkenende II in gang zijn gezet.
De nieuwe zorgverzekeringswet, die in 2006 is ingevoerd, heeft goed uitgepakt. De premies voor de zorgverzekering zijn de afgelopen jaren nauwelijks gestegen. Zorgverzekeraars trachten zich te onderscheiden door de beste kwaliteit zorg in te kopen. Ze zijn er ook in geslaagd om vele honderden miljoenen euro’s te besparen op de uitgaven aan geneesmiddelen.
Minister Klink van volksgezondheid heeft ziekenhuizen en zorgverzekeraars meer mogelijkheden gegeven om onderling afspraken te maken over tarieven en kwaliteit van zorg. Door deze vrije prijsvorming zijn voor bijna alle behandelingen de wachtlijsten sterk bekort of verdwenen.
In de Tweede Kamer groeit helaas het verzet tegen deze vrije prijsvorming. Gelukkig trekt minister Klink zich hiervan tot nu toe niet al te veel aan.
Wel moet grotere vrijheid voor zorgaanbieders en verzekeraars samen gaan met meer verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. We zien nog te vaak dat zorgaanbieders en verzekeraars de rekening bij de overheid proberen te leggen. Minister Klink werkt daar ook wel aan mee. Het was niet verstandig om het slechtste ziekenhuis van Nederland, de IJsselmeerziekenhuizen, met vele miljoenen euro’s overheidsgeld overeind te houden. Wanbeleid moet niet beloond worden. Dat moedigt andere ziekenhuizen alleen maar aan om ook de hand op te houden.
Tijdens de kabinetsformatie twee jaar geleden heeft u afgesproken de AWBZ ongewijzigd te laten. Dat was geen goede afspraak. Juist bij de thuiszorg, de verpleeghuiszorg en de zorg voor gehandicapten lopen de kosten snel op en bestaat veel ontevredenheid over de kwaliteit van de zorg.
De afspraak om niets te doen aan de AWBZ is onhoudbaar gebleken. Om de kosten in de hand te houden heeft staatssecretaris Bussemaker de aanspraken op de AWBZ moeten beperken. Het blijft zo pappen en nathouden.
Toekomstgericht
Door de recessie loopt het begrotingstekort flink op. We geven nu het geld uit dat we in de toekomst gaan verdienen. De overheidsfinanciën moeten daarom meer toekomstbestendig worden gemaakt. Herziening van de AWBZ is daarbij essentieel.
Zorgverzekeraars zouden goede en betaalbare zorg voor hun verzekerden moeten gaan inkopen. Dat doen ze al voor de ziekenhuiszorg, maar ze zouden dat ook voor de ouderenzorg moeten doen. Bewoners van een verpleeg- of verzorgingshuis zouden huur moeten gaan betalen of de mogelijkheid moeten krijgen een appartement in een instelling te kopen. Verder moeten jongeren gaan sparen voor ouderenzorg, net zoals ze nu sparen voor hun pensioen. Dit zijn wat voorstellen om de AWBZ duurzaam te maken.
Als u terugkijkt op uw tijd als minister-president kunt u tevreden zijn over wat uw kabinetten in de zorg hebben bereikt. In het buitenland wordt er vaak met bewondering naar gekeken. Meer is echter nodig, vooral in de AWBZ.
De auteur is hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit Maastricht.