Ook Obama zit vast in de file
Titel: ”De roep om leiderschap in de internationale politiek. Zijn de grote staatslieden verdwenen?”
Auteur: Alfred van Staden
Uitgeverij: Van Gorcum, Assen, 2008
ISBN 978 90 232 4478 3
Pagina’s: 160
Prijs: € 27,50.
Zal Barack Obama Amerika weer uit het slop trekken? Velen hopen van wel. Net als Nelson Mandela en Tony Blair haalde de massa ook hem als verlosser binnen.Prof. Alfred van Staden (hoogleraar internationale betrekkingen aan de Universiteit Leiden) schudt zijn hoofd bij zulke hoge verwachtingen van één persoon. Hij noemt het in zijn boek ”De roep om leiderschap in de internationale politiek” tegenstrijdig dat in een tijd van mondigheid en populisme het verlangen naar sterke leiders juist toeneemt.
Al jarenlang verbaast Van Staden zich erover dat mensen de neiging hebben maatschappelijke problemen toe te schrijven aan „falend leiderschap.” Was het nog maar zoals vroeger, zegt men dan. Onder Drees zou dit wel anders zijn gegaan. Pure nostalgie dus.
Ook politici zelf zijn bezig met het thema leiderschap, weet de hoogleraar. Werd er na het teleurstellende referendum over de Europese grondwet niet gezegd dat er beter „leiderschap” nodig was? Waren er nog maar mannen als Jean Monnet en Robert Schuman.Desnoods Jacques Delors. Maar tja, nu zitten we met Barroso, en tegenover Bush kon die natuurlijk geen vuist maken.
Op al deze klachten heeft Van Staden twee antwoorden. Eerst stemt hij het toe: Ja, vlak na de Tweede Wereldoorlog was er meer ruimte voor individuele politici om de dingen naar hun hand te zetten. De bureaucratie (die streeft naar saaiheid en spontaniteit ontmoedigt) was toen nog niet zo groot. Zeker op het terrein van de buitenlandse politiek leidde dit soms tot verrassend persoonlijk beleid.
Maar vervolgens wijst Van Staden deze persoonlijke verklaringen toch van de hand. Achteraf worden leiders veel grotere kwaliteiten toegedicht dan ze werkelijk hadden. De meeste historische besluiten leken op het moment dat ze werden genomen niet meer dan routine. Kortom, Obama kan geen eind maken aan het fiasco van Bush.
Jachtgebied
Ook moet men leiders niet als compleet vrije personen voorstellen. Elk beleidsterrein heeft overlap met het jachtgebied van collega’s. Meer en meer zijn politici gebonden aan hun ambtelijk apparaat. En de omgeving (media en publiek) kijkt hen doorlopend op de vingers.
Hun vrijheid is die van de file, stelt Van Staden beeldend. Af en toe mogen ze een metertje vooruit, maar verder staan ze stil. Wie ziet hoeveel moeite het president Obama kostte zijn ministersploeg rond te krijgen, weet dat zelfs zijn speelruimte beperkt is. Ook Obama staat dus in de file, als gevangene van de omstandigheden.
Interessant is Van Stadens observatie dat we leiders in tijden van crisis pas echt leren kennen. Dan kunnen ze niet meer koersen op het stuur van geroutineerde ambtenaren. Ze moeten het werk helemaal zelf doen. Soms leidt dit ertoe dat hun normale remmingen wegvallen en we totaal andere mensen terugzien.
Voor sommigen betekent zo’n crisis een bevrijding. Middelmatige karakters of ijdeltuiten blijken ineens werkelijke leiders te zijn (zoals Churchill tijdens de Tweede Wereldoorlog). Andere leiders kunnen de spanning niet meer aan en gaan ten onder (zoals de Nederlandse premier De Geer in 1940). Prachtig is ook Van Stadens uitspraak in dit verband: Leiderschap is niet achter meerderheden aan rennen, maar juist meerderheden smeden.
Paars I en II
Op zichzelf is Van Stadens behandeling van het probleem van leiderschap sterk en overtuigend. Vooral zijn nuance is goed. Toch blijft er een vraag over. Het eerste en het tweede paarse kabinet voerden volgens het regeerakkoord hetzelfde buitenlandse beleid. Toch was er groot verschil tussen paars I (1994-1998) en paars II (1998-2002). Eerst was Van Mierlo minister van Buitenlandse Zaken en later Van Aartsen. Van Mierlo was een hartstochtelijk voorvechter van Europese integratie en had een intuïtieve neiging naar antiamerikanisme. Van Aartsen was precies andersom. Het valt niet te ontkennen dat dit hun beleid diepgaand heeft beïnvloed. Valt dit uit iets anders te verklaren dan puur uit persoonlijk leiderschap?
Van Stadens boek is door zijn academische karakter niet geschreven voor het grote publiek. Toch lijkt het iets toegankelijker dan het gemiddelde wetenschappelijke werk. Van Staden had het nog toegankelijker kunnen maken door de tekst in kortere alinea’s op te zetten. Het is onbegrijpelijk dat de uitgever hier geen aandacht voor vraagt. Met lange lappen tekst maakt men het de lezer onnodig moeilijk.