„Zending vraagt om management”
Titel:
”Metamorfose. Intercultureel begeleiden van kerken in een niet-christelijke omgeving”
Auteur: drs. C. J. Haak
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2002
ISBN 90 239 11717
Pagina’s: 320
Prijs: € 20,-. De kerk denkt na over bekering van ongelovigen. Hoe krijg je hen zover dat ze hun vroegere overtuiging los laten, veranderen, gaan geloven in Christus? Waaraan merk je dat, hoe zie je dat? Waarom lukt het zo weinig? Over deze vragen gaat het in het boek ”Metamorfose”.
Drs. C. J. Haak, universitair docent zendingswetenschap aan de Theologische Universiteit te Kampen (Broederweg) schreef een boeiend boek over het intercultureel begeleiden van kerken in een niet-christelijke omgeving. Voorheen was hij werkzaam als missionair predikant in Papoea, het vroegere Irian Jaya. Het gaat over het vertolken van het Evangelie in de context van een andere cultuur. Een boek voor missiologen en zendingswerkers.
Met ”metamorfose” wil de schrijver het woord ”contextualisatie” invullen. Hij verwijst daarbij naar Romeinen 12:2: „Wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds”, of met zijn woorden: Wordt gemetamorfoseerd in uw denken. Dit proces van vernieuwing en verandering van (nieuwe) christenen wordt in het boek uitgebreid behandeld.
Kruising
Uitgaande van het klassieke concept van cultuur als het geheel van aangeleerde gewoonten, instellingen, symbolen en voorstellingen ontwikkelt Haak in dit boek twee metamorfoselijsten waarmee het vernieuwingsproces in een zendingscontext kan worden ontleed. Een analyse van de kenmerken van cultuur en een kruising van deze gegevens met een proces van verandering, helpen om sturing te geven aan de metamorfose.
Na het analyseren van de doelgroep zoekt de zendingswerker naar middelen en activiteiten om te komen tot een duidelijke identiteit in leer en leven. Dit metamorfoseproces wordt uitgebreid besproken. De schrijver maakt veelvuldig gebruik van inzichten uit de sociale wetenschappen. Dit alles wordt echter in een kerkrechtelijk kader geplaatst. Het gaat uiteindelijk om gelovige kerkleden in een ambtelijk gestructureerde samenhang. Tucht en discipline mogen dan ook niet ontbreken. Zij maken deel uit van het Evangelie en zijn handvat voor vernieuwing.
In een laatste hoofdstuk geeft Haak acht aanbevelingen voor kerk, zending en oecumene. Ook in de zending mogen er heldere doelstellingen geformuleerd worden en is een effectieve aanpak niet overbodig. Zending vraagt om management, om beleidsplannen gekoppeld aan de ontwikkelingen.
De laatste paragraaf bevat een profielschets van de zendeling of oecumenisch assistent. Haak pleit voor theologische deskundigheid.
Betrokken
”Metamorfose” is vooral te typeren als een boek waarin de zendingservaringen van de auteur en de reflectie hierop systematisch zijn samengebracht onder de noemer „contextualisatie door metamorfose.” De aantrekkelijke kant hiervan is dat vanaf de eerste pagina tot de laatste de betrokkenheid van de auteur merkbaar is. Wat beschreven wordt, leeft voor de schrijver.
Bij zendingswerkers zal veel ervan herkenning oproepen. Tegelijkertijd geeft dit de beperkingen van het boek aan. De schrijver gaat niet in gesprek met actuele stemmen en verdisconteert in zijn visie nauwelijks de context waarin de christelijke wereldkerk is gekomen.
Drs. C. J. Haak bouwt zijn metamorfosehuis op een concept van cultuur dat de laatste decennia toch behoorlijk onder kritiek is gesteld. Is cultuur wel te interpreteren als een statisch geheel? Is cultuur niet veel meer in beweging? Gaat het bij cultuur niet om betekenisgeving, meer dan om een geheel van aangeleerde gewoonten, gebruiken, normen en waarden?
Het boek zou er mogelijk anders uitgezien hebben als de schrijver de recente ontwikkelingen op dit gebied diepgaand bij zijn reflectie had betrokken.
Cyclus
Er zijn nog wel gebieden, zoals Papoea voorheen, waar een metamorfosecyclus kan worden toegepast zoals drs. Haak dat beschrijft, maar in de meeste gevallen zal het toch anders zijn, meer een context van samenwerking en wederzijds respect. Dan kan het gebeuren dat onze westerse voorkeur voor schematisch denken en planmatig werken, waarvan drs. Haak een goed voorbeeld geeft, stukloopt op een andere zijnswijze waarin niet ”weten” en ”doen”, maar veel meer ”beschouwen” en ”zijn” prioriteit hebben. Ik vind dat de auteur deze realiteit te weinig verwerkt in zijn handelwijze.
Drs. W. Dekker schrijft in het voorwoord dat hij hoopt dat er bij het boek vragen gesteld worden en dat het gelezen en besproken zal worden buiten de kring van de kerken waarin de schrijver doceert. Ik sluit me hierbij aan. Jammer vind ik dat er in het boek bijna geen verwijzing te vinden is naar wat de laatste decennia over dit onderwerp in de kerken buiten de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) is gepubliceerd. Een relatie met het Hendrik Kraemer Instituut, waar veel zendingswerkers uit diverse kerken al jarenlang worden geschoold in intercultureel begeleiden, ontbreekt. De schrijver geeft daarmee toch aan vooral voor eigen kring geschreven te hebben.
Wedergeboorte
Wedergeboorte en voortgaande bekering zijn het werk van de Heilige Geest, waarvan geschreven staat dat we niet weten vanwaar Hij komt en waar Hij heengaat. Dat is de verlegenheid van de werker in Gods Koninkrijk. In het toebrengen van Zijn gemeente gaat God Zijn eigen weg. In Zijn soevereiniteit gaat Hij de ene zondaar voorbij en neemt Hij de andere aan. Dit is een geheim dat niet is op te lossen door welke methode van werken dan ook. Ik had graag gezien dat de schrijver deze bijbelse grondtoon in zijn boek had verwerkt. Dat had ons in geestelijk opzicht dichter bij elkaar gebracht.