Niet met vakantie en geen kaas op brood
„We konden niets kopen, we konden niet met vakantie, we hadden niet elke dag kaas op brood". Cor van Zwol uit Rotterdam wordt volgende maand 101. Van de economische neergang zegt hij nu niet veel te merken. Maar de crisis van toen, bekend als de Grote Depressie, ondervond hij aan den lijve.
Volgens voorspellingen van het CPB stevent Nederland af op de sterkste economische krimp sinds 1931. Van Zwol trouwde twee jaar later met zijn nu 97–jarige vrouw Charlotte. Volgens hem was 1933 het ergste jaar. Zelf werd hij ook de dupe van de crisis. „Ik zat drie jaar zonder werk, want er was gewoon geen werk". Pas toen hij 28 was kreeg Van Zwol zijn eerste vaste baan. Als timmerman bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij, waar hij tot zijn 65e voor is blijven werken.Echte armoede zegt de geboren Rotterdammer niet te hebben gekend. Als muzikant verdiende hij een zakcentje bij. „Een vriend van mij speelde gitaar en ik speelde tenor banjo. We traden op in dorpen rond Rotterdam om wat geld bij te verdienen. Dat mocht eigenlijk niet want we hadden natuurlijk een uitkering". Van Zwol zag mensen om hem heen die wel in de problemen zaten, zoals zijn buren die een gezin hadden te onderhouden. „Zij hadden niks en kleren konden ze niet kopen".
Wie er schuld had aan de crisis deed er volgens Van Zwol voor de mensen niet toe. „Boos zijn hielp niet. Je aanvaardde het. Want het was in alle landen hetzelfde".
Van Zwol verwacht niet dat de economische crisis in Nederland net zo hard zal toeslaan als in de jaren dertig. Ook is volgens hem de mentaliteit van Nederlanders behoorlijk veranderd. „Vroeger draaiden we ieder dubbeltje om. Mensen geven tegenwoordig veel makkelijker hun geld uit". Toch baart de crisis Van Zwol af en toe zorgen. „Ik heb kinderen en kleinkinderen. Zij kunnen hun baan verliezen als het allemaal wat minder gaat. Gelukkig werkt mijn zoon al veertig jaar voor hetzelfde bedrijf".