Het kabinet ging gisteren akkoord met een wetsvoorstel dat meer mogelijkheden biedt om afgesloten strafzaken te herzien en daarmee onjuiste uitspraken van rechters te corrigeren.Ook wordt het mogelijk een vrijgesproken verdachte alsnog voor hetzelfde ernstige misdrijf te veroordelen. Door DNA-onderzoek kan in een oude zaak een eerdere vrijspraak omstreden raken. Slachtoffers en nabestaanden kunnen er veel moeite mee hebben als dan geen straf zou volgen, terwijl er zeer belastend bewijsmateriaal op tafel ligt.

Een meerderheid van de Tweede Kamer had erop aangedrongen dat justitie in zo’n geval alsnog vervolging moet kunnen instellen.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Nederlanders kunnen straks bij een onderling geschil eenvoudiger naar de kantonrechter gaan, waar ze hun zaak zonder advocaat mogen laten beslechten. Het kabinet heeft vrijdag ingestemd met het voorstel dat de kantonrechter zaken tot maximaal 25.000 euro mag gaan afhandelen.

Momenteel ligt de grens voor de kantonrechter bij eenvoudige geschillen met eisen tot 5000 euro. Daarboven is juridische bijstand verplicht. Minister Ernst Hirsch Ballin van Justitie wil die grens flink verhogen om de rechtspraak toegankelijker te maken.

Kantonrechters mogen straks ook een oordeel vellen over alle geschillen die te maken hebben met consumentenkrediet en -koop, bijvoorbeeld een conflict over de aankoop van een wasmachine. Nu buigt een civiele rechter zich daarover.

De Raad voor de rechtspraak plaatst kanttekeningen bij een wetsvoorstel om de mogelijkheden voor het opleggen van een taakstraf voor ernstige zeden- en geweldsmisdrijven te beperken. De Raad vindt het wetsvoorstel overbodig, enigszins overhaast en over een staatsrechtelijke grens heen gaan. Het is goed om een maatschappelijke discussie te voeren over nut en noodzaak van taakstraffen maar voor de voorgestelde inperking van de rechterlijke bevoegdheid zijn, volgens de Raad, onvoldoende goede gronden aangevoerd.