In tijden van crisis wijken werknemers wel vaker uit naar een andere sector, omdat daar de arbeidsmarkt gunstiger is dan waar ze vandaan komen, zo blijkt uit onderzoek dat de Raad voor Werk en Inkomen (RWI), een overlegorgaan van gemeenten, werkgevers en vakbonden, gisteren heeft gepubliceerd.Tijdens de vorige recessie moest 6 procent van alle werknemers gedwongen op zoek naar een andere baan en wisselde 18 procent vrijwillig van werk. Dit is niet veel anders dan in betere economische tijden. De Nederlandse mobiliteit op de arbeidsmarkt ligt iets boven het Europese gemiddelde en dat komt voor een belangrijk deel door uitzendwerk.

Volgens de RWI is het nu tijdens de recessie van belang om te weten dat de kansen voor met ontslag bedreigd personeel vooral in een andere sector liggen. Volgens de raad blijkt dat tijdens de vorige economische krimp de overstap van personeel naar andere sectoren en beroepsgroepen, waar nog wel werk te vinden was, pas met enige vertraging op gang kwam.

Veel mobiliteit vindt al plaats tussen dienstensectoren, zoals de schoonmaak, horeca en detailhandel. Hetzelfde geldt voor verschillende beroepen waarvoor min of meer dezelfde kwalificaties van mensen gevraagd worden, zoals in de gezondheidszorg en welzijn of tussen financiële, zakelijker diensten en ict.

Ondanks de economische teruggang hebben de meeste consultantbureaus nog geen vacaturestop ingevoerd. Hoogopgeleide werkzoekenden die als consultant aan de slag willen, kunnen er nog steeds terecht, zo bleek gisteren uit een rondgang.

De meest ambitieuze werkzoekers zoeken hun heil over het algemeen bij de strategisch adviseurs, zoals de Boston Consulting Group (BCG) en Bain & Company. Bij BCG werden het afgelopen kwartaal twaalf consultants aangenomen. Een woordvoerder van Bain wilde geen cijfers geven, maar zei wel dat het bedrijf geen vacaturestop heeft en er recent nog nieuwe werknemers bij zijn gekomen.

Ook bij de bureaus die zowel accountantsdiensten als advies leveren staat de deur nog open. Deloitte heeft de laatste twee maanden nog honderd mensen aangenomen. Zestig van hen waren starters op de arbeidsmarkt.

PricewaterhouseCoopers (PwC) past zijn aannamebeleid wel aan de hoeveelheid werk aan. „Afhankelijk van de vraag naar onze producten vervul je elke vacature”, zei een woordvoerder. In de aantallen mensen die worden aangenomen hebben zich volgens hem echter nog geen grote verschuivingen voorgedaan.

TNO meldde donderdag dat het van groot belang is kenniswerkers aan de slag te houden. De organisatie wil voorkomen dat kennis verdampt als bedrijven in de crisis onderzoekers afstoten.

TNO wil kenniswerkers maximaal drie jaar plaatsen in projecten waarin hun kennis en innoverende kracht niet verloren gaan. Volgens Mengelers is TNO bij uitstek geschikt voor deze opvang. „We zijn ervoor opgesteld”, verwijst hij naar het ontstaan van TNO, in 1932, vlak na het uitbreken van de vorige crisis. TNO kreeg toen als opdracht vindingen van de wetenschap bedrijfsmatig toe te passen.